Uit in de natuur

Naar buiten met de hond

In bijna alle natuurgebieden van Staatsbosbeheer zijn honden welkom, maar wel aan de lijn. Aangelijnde honden blijven op het pad en dat is fijn voor vogels en wild en voor de andere bezoekers. Op sommige plekken mogen ze los, maar ook daar geldt: wel onder appel. Hier vind je informatie over toegangsregels voor honden.

Aan de lijn...

De algemene regel voor een bezoek aan onze natuur met je hond is: honden zijn welkom, maar wel aangelijnd. Er zijn een paar uitzonderingen, zoals gebieden waar grazers lopen; daar zijn honden niet toegestaan. In het voorjaar zijn op veel plekken de regels aangescherpt om op de grond broedende vogels of pasgeboren dieren te beschermen. Ook hier geldt: kijk altijd op de borden bij de toegang van het gebied.

... en op de paden

We willen graag iedereen laten genieten van de natuur in onze bossen. Dat kan alleen als we die natuur goed beschermen. Daarom verwachten we van onze bezoekers dat ze op de paden blijven. En dat geldt ook voor hun honden. We realiseren ons echter heel goed dat een bos bijzonder interessant is voor een hond. Hij ruikt, ziet en hoort van alles - een ree, een haas of een konijnenhol - waar hij het liefst meteen op afgaat. Vandaar dat we in de gebieden waar veel wild zit, verwachten dat honden aan de riem blijven. Zo voorkomen we dat wilde dieren worden opgejaagd en zichzelf in hun vlucht verwonden.

Honden los

Er zijn ook een aantal wandelroutes en locaties waar honden los mogen. Met 'los' bedoelen we dan zonder riem, maar wel onder appèl. Dat betekent dat de hond bij je in de buurt blijft en komt als je hem roept. Als baas moet je elk moment kunnen ingrijpen. Die regel is er niet alleen om planten en dieren te beschermen, maar ook om overlast voor andere bezoekers te voorkomen. Niet iedereen vindt het fijn als er honden los door het bos rennen.

Wandelen met de hond

Assistentiehonden

Bij Staatsbosbeheer maken we geen onderscheid tussen geleidehonden en hulphonden; we noemen ze allebei assistentiehonden. In gebieden waar honden niet welkom zijn, mogen assistentiehonden wel komen, mits ze in functie zijn. Waar echter gevaar dreigt voor mens en dier, bijvoorbeeld op plekken waar grote grazers lopen, kan de boswachter besluiten om geen toestemming te verlenen of onder zeer nadrukkelijke verwijzing ‘op eigen risico’ toestemming verlenen. Als een assistentiehond zonder tuigje wordt uitgelaten, dus als 'gewone' hond, dan gelden ook de regels voor 'gewone' honden.

Te gast bij wilde dieren

In de natuur ben je te gast in het leefgebied van veel wilde dieren. Wilde dieren zijn bang voor mensen en ze zullen vluchten als mensen of honden te dichtbij komen. Vluchtende dieren keren soms niet meer terug naar hun nest, kunnen gewond raken doordat ze tegen een hek aan rennen of aangereden worden. Om verstoring te beperken zijn paden in natuurgebieden zó aangelegd, dat er voldoende rustige plekken blijven voor wilde dieren. Blijf dus altijd op de paden, houd je hond onder appèl en waar nodig aan de lijn (zie toegangsborden).

4 tips van de boswachter

Zo leer je je hond om de verleidingen van een bos te weerstaan:

  1. Zorg dat jij altijd interessanter bent dan het bos. Als je tijdens de wandeling regelmatig leuke spelletjes doet, blijft je hond op jou letten en gaat hij niet snel op avontuur.
  2. Doe je hond niet meteen aan de lijn als je hem bij je roept. Beloon zijn goede gedrag eerst met een spelletje of met iets lekkers.
  3. Roep je hond terug met een jachthondenfluitje. In een fluitsignaal zit namelijk geen emotie.
  4. Geef je hond geen eten in de uren voordat je gaat wandelen. Met een volle maag heeft je hond jou voorlopig niet nodig en daarmee is de kans dat hij door het bos gaat zwerven groter.