Een boom is nog slimmer dan een zonnepaneel. Hij vormt zijn kroon zo, dat hij de hele dag zon op kan vangen om te kunnen groeien. Daarbij wordt geen constructiemateriaal verspild. Dicht bij de boom zijn de takken zwaar en stevig. Handig voor vogels die hun nest verscholen en veilig kunnen bouwen. Naar buiten toe worden de takken steeds dunner en eindigen in twijgjes die nog net een blad kunnen dragen. Krijgt de boom wat ruimte, dan maakt hij zich meteen breed om zijn groeicapaciteit nog verder te vergroten. Je ziet dat bij bomen die midden in een weiland staan. Die zijn vaak net zo breed als dat ze hoog zijn.
Eén van jullie gaat als een boom staan: stokstijf, stil en met de armen opzij uitgestrekt. En … op één been. De anderen zoeken op de grond dode blaadjes. Daarna leggen jullie zoveel mogelijk blaadjes op de takken(armen). Er is één belangrijke regel: de blaadjes mogen elkaar niet raken. Hoeveel blaadjes kan jullie boom dragen voordat hij omvalt?