Natuurgebied
Twente verwelkomt je met haar stille, weidse uitgestrekte hoogvenen, kabbelende beekjes, natuur, cultuur en de variëteit in landschap en de grote verscheidenheid aan planten en dieren. Twente heeft een aantal bijzondere hoogveengebieden. De Engbertsdijksvenen en het Haaksbergerveen behoren tot misschien wel de mooiste van ons land. Wie de sfeer zoekt van het boerenland van weleer, haalt zijn hart op in Het Nationaal Landschap Noordoost-Twente, boven Oldenzaal-Almelo, rond Ootmarsum. Daar ligt dé trots van Twente: het Springendal. Romantisch op en top met schilderachtige vijvers, watervalletjes en smalle beekjes tussen bos en historische boerderijen.
Twente is een paradijs voor natuurliefhebbers. Wie goed kijkt spot er adders, zwarte spechten, boomvalken, kamsalamanders, boomkikkers en het vliegend hert. Maar in en rond de venen kun je, met een beetje geluk, ook de kraanvogel zien. Hiernaast herbergt Twente maar liefst 5 verschillende soorten spechten. In de zomer kun je de speerwaterjuffer, beter bekend als de libelle, goed bewonderen. Houd je fototoestel tijdens een wandeling bij de hand, want wie weet schiet je een mooi plaatje van een patrijs, bosuil of een velduil.
Timo is een doorgewinterde vogelaar. Zijn passie begon door een enthousiaste leraar op school, en is blijven groeien. Nu vindt hij ook reflectie in de natuur, een moment alleen op in de Engbertsdijksvenen is helend voor hem. Bekijk het verhaal van Timo.
Engbertsdijksvenen is een uitgestrekt hoogveengebied met levend en herstellend hoogveen en heide, nabij Kloosterhaar. Een restant van het grootste hoogveengebied dat ooit het noordoosten van Nederland bedekte. Het veengebied ontwikkelde zich na de laatste ijstijd, meer dan 10.000 jaar geleden. In de 15e eeuw begonnen de monniken van het klooster in Sibculo met de afgraving van dat veen. Ooit was meer dan de helft van ons land bedekt met ondoordringbaar hoogveen. In de laatste paar eeuwen is bijna al dit hoogveen afgegraven voor de winning van turf, het zogenaamde ‘bruine goud’. Nu maakt dit gebied deel uit van Natura 2000, het Europees netwerk van beschermde natuurgebieden.
In en om het dit natuurgebied liggen ‘haren’. Dit zijn koppen van zand die uit de bodem opduiken. De eerste bewoners van de veenwildernis vestigden zich op zulke zandbulten, te midden van het destijds uitgestrekte hoogveen. Inmiddels is al het hoogveen in Nederland zo goed als verdwenen en zijn nog enkele restanten over. Midden in de Engbertsdijksvenen ligt nog hoogveenrestant van ongeveer vijf meter dik, helemaal in oorspronkelijke staat. Door beheermaatregelen van Staatsbosbeer krijg het hoogveen weer de kans te herstellen. In het Veenmuseum komt u alles te weten over de geschiedenis van het veen.
Schilderachtige bronvijvers en kabbelende beekjes midden in het bos en orchideerijke hooilanden... In het Springendal bevinden zich meerdere, opborrelende bronnen met unieke natuurwaarden. Drie daarvan zijn omgevormd tot de bekende bronvijvers. Vroeger waren dit zwemvijvers, of ze werden gebruikt voor de jacht. Doordat het Springendal niet toegankelijk is voor gemotoriseerd verkeer is het heerlijk rustig. De uitgestrekte bossen en pittoreske dorpjes vragen om een lange fiets- of wandeltocht. Of ontdek het gebied in de zomer tijdens één van de wekelijkse avondwandelingen. Volgens zeggen is dit het donkerste plekje van Nederland; hier is sterrenkijken magistraal. Je kunt hier ook overnachten. In de vakantiewoningen de Meerbekke, de Wildspieker en de Batsboer ben je er echt even helemaal uit. Boeken doe je via Buitenlevenvakanties.nl.
Langs het Kanaal Almelo-Nordhorn nabij Ootmarsum, liggen de gebieden Ageler- en Voltherbroek en Achter de Voort. Hier vindt u uitgestrekte elzenbroekbossen, moerassen, natte graslanden, poelen en oude houtwallen. Door hun lage ligging in het landschap zijn deze gebieden van oudsher zeer vochtig en moeilijk te betreden. Bijzondere soorten die hier voorkomen zijn onder andere de Kamsalamander en Boomkikker. Het gebied Achter de Voort staat bekend om haar uitbundige voorjaarsbloeiers. Zoals bijvoorbeeld de prachtige slanke sleutelbloem. Wie voor rust en natuurbeleving gaat kan hier zijn hart ophalen. Beleef deze prachtige gebieden op een wandel of fietstocht vanuit routenetwerken Twente.
Tegen de Duitse grens, nabij Denekamp, liggen de gebieden Punthuizen, Stroothuizen en niet te vergeten het Beuninger Achterveld. Een gebied vol natte en droge heide, blauwgraslanden en vennen. Het hele gebied heeft een bijzondere waterhuishouding, zodat veel plantensoorten zich er thuis voelen, zoals parnassia, beenbreek en de klokjesgentiaan. In het voorjaar vormen de vennen ware kraamkamers voor onder andere de heikikker. Door een gecontinueerd maaibeheer, aangevuld met begrazing, zorgt Staatsbosbeheer voor het behoud van deze zeldzame soorten.
Het Lutterzand is misschien wel het meest bekende gebied van Staatsbosbeheer. Hier slingert de Dinkel prachtig door het landschap. Steile oevers, omgevallen bomen en kleine heideterreintjes zijn hier kenmerkend. De ijsvogel kan je maar zo tegenkomen aan de oevers van de Dinkel. Hier vindt hij zijn voedsel, namelijk vis. De steile zanderige oevers zijn ideaal als broedplaats. Het Lutterzand is prima toegankelijk voor wandelaars en fietsers en is er voor hondenliefhebbers een speciaal hondenlosloopgebied. Bovendien beheert Staatsbosbeheer in het stroomgebied van de Dinkel nog veel meer bijzondere natuurgebieden. Denk aan vochtige hooilanden en bossen met stroomdalflora.
De Borkeld is een prachtig heidegebied tussen Holten, Rijssen en Markelo. Je vind er het grootste jeneverbesstruweel van Nederland en ook het uitzicht vanaf de Friezenberg en de enorme heidevelden maken een bezoek aan de Borkeld de moeite waard. Bijzonder zijn ook de vele cultuurhistorische overblijfselen. Er liggen een aantal grafheuvels die dateren van voor onze jaartelling. De Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek en Staatsbosbeheer hebben in eind 20e eeuw een tiental grafheuvels gerestaureerd. Ze zijn herkenbaar als 'hobbels' in het landschap.