Boswachter Egbert Beens: “Om de overgebleven veenlandschappen in stand te houden, is actief beheer nodig. Een rietland dat niet gemaaid wordt, wordt uiteindelijk een wilgenbos. Om te voorkomen dat open water dichtgroeit, moeten we jaarlijks maaien (en rietsnijden) en eens in de zo veel tijd de toplaag afgraven; afplaggen noemen we dat. Alleen zo kunnen we dit gevarieerde veenlandschap behouden."
Elk seizoen heeft hier zijn eigen charme. In de lente zorgen de vogels voor een drukte van jewelste. Van juni tot en met augustus staan de waterlelies, gele plomp en gele lis in bloei. De winter brengt een mooi verstild landschap op. Met rijp op de bomen en –met een beetje geluk- ijs op het water. Het goudgele riet steekt dan prachtig af en her en der doen de rietsnijders hun werk. Midden in de Weerribben ligt het kleine dorpje Kalenberg, met prachtige oude boerderijen.
Het was dit gebied waar de otter in 2002 opnieuw werd uitgezet, nadat het dier vanaf 1988 werd beschouwd als uitgestorven in Nederland. Boswachter Egbert Beens stond aan de wieg van de herkolonisatie in dit oorspronkelijke leefgebied van de otter. Inmiddels zijn de otters toegenomen en leven er naar schatting 200 dieren in Nederland, waarvan ongeveer de helft in Noordwest Overijssel. Een otter kan wel tot 15 kilo wegen en bijna een meter lang worden.
Dat de kwaliteit van het gebied is verbeterd is niet alleen fijn voor de otter, maar ook voor veel beschermde Rode-Lijstsoorten, soorten planten en dieren die uit Nederland zijn verdwenen of dreigen te verdwijnen. En ook de mens profiteert van de verbetering, voor bijvoorbeeld drinkwater en recreatie.
Er lopen verschillende wandelroutes door de Weerribben. Van gewone wandelpaden tot het avontuurlijke laarzenpad. Natuurlijk zijn er ook fietspaden, maar de beste manier om dit nationaal park te ontdekken is per boot. Verschillende kanoroutes voeren langs de mooiste plekjes. Ze zijn ook met een fluisterbootje af te leggen.