Zeeuws-Vlaanderen is bíjna België, van de rest van ons land afgesneden door de Westerschelde. Diezelfde Westerschelde is grotendeels verantwoordelijk voor de vorming van het landschap in dit meest zuidwestelijke deel van Nederland. Ooit was heel Zeeuws-Vlaanderen nat en zompig en doorsneden kreken (kleine watergeulen) het land. Nu is het een open weidelandschap met polders en op veel plaatsen nog steeds meanderende kreekjes.
Bijvoorbeeld in de Margarethapolder, direct achter de zeedijk, waar tal van watervogels ongestoord hun eten zoeken. De Otheense Kreek op het Eiland van de Meijer is ook zo’n mooie. Ook hier wemelt het van de vogels. Bijzonder is dat de koeien hier dwars door de rietvelden struinen. En wat dacht je van De Knokkert, Braakman en Canisvliet. Braakman is het grootst aanééngesloten natuurgebied van Staatsbosbeheer in Zeeuws-Vlaanderen. Oftewel, Zeeuws-Vlaanderen heeft natuur te over.