Droogte

5 vragen over droogte

De afgelopen jaren hebben we meerdere langere periodes van droogte gehad. Vanwege de klimaatverandering zullen we daar steeds vaker mee te maken krijgen. Hoe erg is dat voor de natuur en wat kunnen we er tegen doen?

1. Welke natuur heeft het meest last van droogte?

Voor vrijwel alle natuur is langdurige droogte slecht. Maar sommige natuursoorten hebben het met droogte nog moeilijker dan andere, zoals hoogvenen, beekdalen en natte heiden. Vooral hoogveen gaat bij te weinig neerslag hard achteruit, waardoor toch al zeldzame planten en sommige amfibieën zoals de heikikker, verdwijnen. Laagveen geeft bij droogte weer andere problemen. Als dat niet nat genoeg is, oxideert het onder invloed van zuurstof. Hierdoor verdwijnt het, met een hoge CO2-uitstoot als gevolg. Korte droogte heeft soms ook voordelen, op graslanden bijvoorbeeld. Gras heeft veel water nodig en groeit bij voldoende water heel hard. Daar kan vrijwel geen andere vegetatie tegenop concurreren. Als gras het door droogte slecht doet, krijgen kruiden een kans. Dat is juist weer goed voor bijvoorbeeld insecten. Maar als het te droog is, komen die kruiden niet tot bloei en dan hebben de insecten er niks aan.

2. Hebben bossen het ook moeilijk?

Ja, ook bomen hebben last van de droogte. Natuurlijk vooral de bossen op de hoge en droge zandgronden. Het grootste deel van de wortels bereikt het grondwater dan sowieso niet, maar voedt zich met hangwater. Dat is regenwater dat langzaam door de grond sijpelt totdat het het grondwater bereikt. Bomen kunnen zich nog deels beschermen door huidmondjes te sluiten, waardoor er minder vocht verdampt, of door bladeren te laten vallen. Dan lijkt het in een droge zomer al herfst. Daarnaast zijn bomen door droogte ook vatbaarder voor ziekten. Dee massale fijnsparsterfte door de letterzetter is daar een voorbeeld van. Een gezonde fijnspar kan zich nog enigszins tegen deze kever beschermen door hars te produceren. Maar bij te weinig vocht kan een boom dat niet meer en krijgen parasieten als de letterzetter meer kans.

3. Soms regent het ook bovengemiddeld veel. Compenseert dat de droogte niet?

Helaas niet. In Nederland zijn we nog altijd ingericht op het snel afvoeren van overtollig water. Veel neerslag wordt dus via sloten, sluizen en pompen zo snel mogelijk naar de zee afgevoerd. In ons zeeklimaat hadden we ’s zomers en ’s winters vrijwel evenveel regen en permitteerden we het ons om de regen in de winter te verkwisten. Door klimaatverandering hebben we die luxe niet meer en moeten we dubbel zo zuinig worden op de neerslag in het winterhalfjaar.

4. Wat kunnen we doen tegen de droogte?

We moeten we verkwisting voorkomen. In Nederland hebben we per jaar nog genoeg neerslag. Als we dat niet afvoeren, maar opslaan is een groot deel van het probleem opgelost. Hiervoor is systeemherstel nodig. Twintig tot dertig jaar geleden richtten we ons vooral op het dichtgooien van sloten en greppels in natuurgebieden. Dat doen we nog steeds, maar we weten inmiddels dat dat lang niet genoeg is, als je niks aan de omliggende omgeving doet. Want dan stroom het water uit de natuurgebieden via de bodem gewoon naar de omgeving waar het alsnog wordt afgevoerd.
We moeten dus ook in de omgeving van natuurgebieden de peilen hoger houden. Die omgeving is vaak landbouw en daarvoor zijn lage waterstanden vaak gemakkelijk. Boeren willen heel vroeg in het jaar mest kunnen uitrijden en maaien en dat kan niet op te natte grond. Maar perioden van droogte zijn ook voor de boeren problematisch. Daarom proberen wij met lokale boeren, die vaak onze grond bij natuurgebieden pachten, en met natuurinclusieve boeren afspraken te maken over een hoger waterpeil.

5. Soms wordt het waterpeil in het IJsselmeer verhoogd vanwege de droogte. Heeft de natuur daar ook wat aan?

Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor het waterpeil in het IJsselmeer en besluit soms tot verhoging daarvan. Dit is niet alleen een oplossing voor de boeren die hiermee hun land kunnen bewateren. Het is ook van belang voor peilhandhaving in de natuurgebieden van Noord Nederland. Met name voor de veengronden is het van belang dat ze niet droogvallen. Want dan verdwijnt onder invloed van zuurstof het veen. Dat leidt tot het vrijkomen van broeikasgassen en tot bodemdaling. Maar wateraanvoer vanuit is een noodoplossing. Beter is het om minder neerslagwater af te voeren in de winter zodat minder wateraanvoer nodig is in de zomer.

Uitgelicht