Droogte

5 vragen over natuurbrand

Door klimaatverandering krijgen we vaker met natuurbrand te maken. Is dat eigenlijk erg en wat doen we om vuur in de natuur te voorkomen?

1. Komen natuurbranden steeds vaker voor?

Natuurbranden zijn van alle tijden. Maar droogte is hierbij een extra risicofactor. Zo zagen we dat er in het relatief vochtige 2021veel minder branden waren dan in de drie droge jaren daarvoor. De brand in natuurgebied de Meinweg in Limburg, in de droge aprilmaand in 2020, was zelfs de op één na grootste in de afgelopen veertig jaar. Daar is toen ruim 200 hectare natuur in vlammen opgegaan en meer dan vijfduizend mensen zijn geëvacueerd. Naar verwachting krijgen we door klimaatverandering ook in Nederland vaker met langdurige droogte te maken. Daardoor neemt ook het risico op natuurbranden toe.

2. Hoe beschermt Staatsbosbeheer natuur tegen brand?

Dat doen we op verschillende manieren. Al tientallen jaren trouwens. Op de eerste plaats door ervoor te zorgen dat onze gebieden altijd toegankelijk zijn voor brandweervoertuigen. Maar ook door meer gevarieerd bos te planten. Naaldbomen zijn bijvoorbeeld veel brandgevoeliger dan loofbomen. Voorheen hadden we veel grote percelen met naaldbomen, die zijn nu al een stuk gevarieerder en daar gaan we mee door. Die variatie brengen we natuurlijk niet alleen aan om bos tegen brand te beschermen, maar ook omdat dat voor meer biodiversiteit zorgt en het bos minder kwetsbaar voor ziekten maakt. Ook het laten begrazen van de heide door schapen doen we om meerdere redenen. Maar één daarvan is dat schapen de veel voorkomende pijpenstrootjes tussen de heideplanten opeten. Dat is een zeer brandbare grassoort die een heidebrand alleen maar verder aanwakkert. Daarnaast plaggen we stroken, vooral bij heide; door hier en daar een strook kaal te maken, voorkom je dat een eventuele brand overslaat naar het hele gebied. Ook oefenen we regelmatig met de brandweer en zijn er in verschillende gebieden bluswaterputten gemaakt.

3. Wat te doen als er toch brand ontstaat?

Dan is altijd de brandweer in de lead. Omdat er in Nederland zoveel mensen in de natuurgebieden recreëren, is het meestal een wandelaar of fietser die de brand als eerste opmerkt. Die belt vrijwel altijd meteen via 112 de brandweer. En dat is ook de bedoeling. Uiteraard betrekt de brandweer ons er snel bij. Met onze kennis van de gebieden over de toegankelijkheid, over de ecologische waarde en over plekken waar water te halen is, adviseren wij de brandweer. Ook kunnen we helpen bij het uit het gebied halen en houden van mensen. Soms is het nodig dat we bijvoorbeeld een tractor met een watertank erachter beschikbaar stellen.

4. Zijn de boswachters hier goed op voorbereid?

In onze organisatie is heel veel kennis en kunde over natuurbranden aanwezig. Het is uiteraard iets wat we zeer serieus nemen. We hebben een landelijk beleidsplan over de preventie en bestrijding van natuurbrand. Hierin staat onder meer dat in ieder gebied een met de brandweer afgestemd veiligheidsplan moet liggen. Onze boswachters worden getraind in het voorkomen van en omgaan met natuurbranden. Bij iedereen moet bijvoorbeeld de veiligheid voor onze eigen mensen en de mensen in de omgeving altijd voorop staan.

5. Is een natuurbrand ook een natuurramp?

Branden zijn lang niet altijd een natuurramp. Sterker nog, als een brand snel over een heide trekt, kan dat juist goed voor de biodiversiteit zijn. De natuur is veerkrachtig, dat zag je bij de brand op de Meinweg ook goed. Die brand heeft ongeveer een week gewoed, maar trok over een groot gebied. Terwijl de vlammen aan de ene kant van het gebied nog oplaaiden, waren er daar waar de brand begonnen was alweer groene sprietjes te zien. Vroeger gebruikten we om die reden brand ook wel als beheermaatregel. Maar als het een trage brand is, gaan alle wortels en de zaden die net onder de grond liggen, ook dood. Dat zorgt voor veel meer schade aan de natuur. Dan kan het lang duren voordat er weer wat groeit.

Ook interessant