Nieuws
In het vroege voorjaar, tijdens de rammeltijd, heb je grote kans ze te zien: rammen (mannetjeshazen) vechtend om het hart van een vrouwtje. Het kan er behoorlijk wild aan toe gaan. We gingen mee met een van onze gidsen in het Groene Hart om dit spektakel in het echt te zien. Op hazensafari dus!
"Ik kan geen garantie geven dat we hazen zien. Want ze zijn slim. Ze weten zich goed te verbergen", zegt Cees, gids bij Staatsbosbeheer en expert op het gebied van hazen én het Groene Hart. "En je kunt naast ze staan en ze toch niet zien door hun grijsgele tot roestbruine schutkleur." Gelukkig leven er veel hazen hier in dit gebied, dus de kans is groot dat we ze spotten. Cees: "Terwijl de hazenpopulatie landelijk gestaag daalt, stijgt deze in het Groene Hart. Dit polderlandschap is een uitstekend leefgebied voor ze. Er is genoeg te eten: gras, kruiden, landbouwgewassen en basten van bomen in de winter. Ze leven graag in de open vlaktes van de polder, net onder het maaiveld. Bovendien zijn het uitstekende zwemmers, wat goed uitkomt in dit landschap vol met sloten.", vertelt de gids. De haas staat al sinds mensenheugenis op de menulijst dus zijn er ook goede afspraken gemaakt met jagers. Er wordt niet gejaagd als er jongen zijn en de jagers houden er rekening mee dat er een gezonde populatie aan hazen behouden moet blijven. "Let onderweg ook op de weidevogels’, zegt Cees. ‘Die doen het hier goed. We hebben mooie aantallen scholeksters, tureluurs, grutto’s, kieviten en slobeenden. Echt fantastisch."
De kans op hazen spotten, lijkt dus aanzienlijk. Zeker nu het rammeltijd is, ofwel de paartijd, waarin de mannetjeshazen – rammen, ook wel rammelaars genoemd – het tegen elkaar opnemen. Normaal gesproken zijn hazen nachtdieren maar in de rammeltijd laten ze zich ook overdag zien. Om een stevig robbertje te vechten met andere mannetjes. Alles om het hart te veroveren van het vrouwtje, de moerhaas. Tijdens het wandelen genieten we van het kenmerkende Hollandse polderlandschap met sloten, graslanden, dijken en veenplassen. "Kijk!" Op een grasdijk worden de eerste hazen gespot. De verrekijkers komen tevoorschijn.
"Mooi om te zien dit", reageert mededeelnemer Dennis. "En je kijkt door zo’n excursie ook anders naar het landschap. Ik kom hier regelmatig met de racefiets, maar dan heb je toch een andere focus. Door de uitleg van de gids besef ik bijvoorbeeld dat we eigenlijk onder het water doorfietsen. En dat het water áltijd op de loer ligt." Als we even later bij een peilstok op een boerenschuur stoppen, vertelt Cees nog iets meer over de niet-aflatende strijd tegen het water en de lange ontginningsgeschiedenis van het Groene Hart. "De bodemdaling zet hier mede door de inklinking van het veen nog steeds door. Wat in deze polder – die al sinds de elfde eeuw wordt ontgonnen – tot hoogteverschillen van bijna zeven meter kan oplopen. Om droge voeten te houden is de pomp hier aan de Gouwe daarom wel drie tot vier uur per dag aan het werk."
Ondertussen heeft een hond een haas opgeschrikt, waarna deze vliegensvlug zigzaggend over een paar sloten springt. "Een haas kan wel drie tot vier meter ver springen en een topsnelheid van 75 kilometer per uur halen", licht Cees toe. Als alles weer rustig is en we onze weg vervolgen, is het plotseling écht bingo. "Rammelaars!", roept Cees. Twee mannetjeshazen springen hoog in de lucht tegen elkaar op, terwijl het vrouwtje toekijkt wie er als sterkste uit de strijd komt. Deelneemster Hanneke Plaizier: "Het lijkt wel een kickboksgevecht!" Cees: "De rammen takelen elkaar flink toe en delen soms dodelijke klappen uit." Maar dat houdt twee andere mannetjes niet tegen zich óók in het gevecht te mengen. Iedereen kijkt ademloos toe. Waarna het vrouwtje besluit het op een rennen te zetten, de vier aanbidders in de achtervolging...we blijven ademloos kijken, net zo lang totdat ze uit het zicht zijn. Wat een indrukwekkend schouwspel in onze eigen polder!