Nieuws
Een van Europa’s grootste roofvogels, de zeearend, voelt zicht steeds beter thuis in Nederland. Het aantal zeearenden is de afgelopen vijf jaar verdubbeld. En die groei zou zich wel eens door kunnen zetten. “Vooral als het ons lukt voor grote natuurgebieden met voldoende rust te zorgen en slim om te gaan met windturbines”, zegt Andrea van den Berg, Staatsbosbeheermedewerker en bestuurslid van de Werkgroep Zeearend.
Wie het geluk heeft ze van dichtbij te zien vliegen, kan niet anders dan onder de indruk zijn. Met een spanwijdte tot 2,4 meter, een trage vleugelslag, een ver uitstekende kop en een waaiervormige staart, is de zeearend voor de kenners gemakkelijk te herkennen. Dagelijks tref je dan ook met verrekijkers en geavanceerde camera’s bewapende vogelaars in de vogelkijkhutten in de Oostvaardersplassen. In dit gebied broedde in 2006 weer het eerste zeearendenpaar in Nederland. Het is waarschijnlijk dat de zeearend ca. 5000 jaar voor Christus, dus in de prehistorie, broedde in Nederland. Het is echter niet zeker of de zeearend daarna nog als broedvogel aanwezig was in Nederland. Inmiddels broeden er dertig paar zeearenden in Nederland.
Om zeearenden beter te kunnen beschermen, is het nodig hun gedrag zo goed mogelijk te kennen. “Daarom ringen we de jongen altijd”, vertelt Andrea. Een klusje waar zij zelf ook al jaren bij helpt. Een klimmer klimt naar het nest, doet het jong in een zak en laat hem naar beneden zakken aan een touw. Daar brengt Andrea de ringen aan en meet de vogel. “Aan de dikte van de poten kan je bijvoorbeeld zien of het een vrouwtje of een mannetje is.” Nadat het jong is teruggezet, is jong twee aan de beurt, als die er is, of nummer drie. “Dat laatste is zeldzaam. Meestal zijn er een of twee jongen.” Tijdens het ringen cirkelen de ouders hoog in de lucht boven het nest of gaan in een nabij gelegen boom zitten. “Ze zijn niet agressief, maar houden het wel goed in de gaten. Nadat we zijn vertrokken bekijken we van een afstand of ze weer op het nest terugkeren. Dat is altijd het geval, maar het kan een tijdje duren.”
De nummers op de ringen zijn met een camera met een grote telelens af te lezen. Hierdoor weten we welke zeearend-broedparen waar heen gaan of vandaan komen. “Zo weten we bijvoorbeeld dat het af en toe voorkomt dat zeearenden van partner wisselen. Als twee arenden op dezelfde plek als vorig jaar een nest bouwen, zijn dat dus niet altijd dezelfde twee arenden.”
Jonge zeearenden leggen honderden kilometers af. Ze gaan op verkenning.
Uit het onderzoek is duidelijk geworden dat jonge zeearenden honderden kilometers afleggen. “Ze gaan op verkenning. Op zoek naar een nieuw leefgebied of een partner. Maar in die verkenningsfase komen ze wel vaak weer terug. Eentje is in Zuid Frankrijk geweest, een ander in Estland. Als je dat ziet dan weet je dat de verplaatsingen binnen Nederland geen enkel probleem voor ze zijn. Met gemak vliegen ze even van het Lauwersmeer naar de Biesbosch. Dat zagen we in 2021 ook, toen Staatsbosbeheer in de Oostvaarderplassen met een moeras-reset bezig was. Binnen de kortste keren zaten bijna twintig zeearenden zich tegoed te doen aan de vissen die toen even voor het grijpen lagen. Dat was een groot deel van de zeearenden die toen in Nederland leefden.”