Nieuws
Naar aanleiding van de uitzending van Pointer van 15 februari j.l. hebben we veel reacties ontvangen van mensen die boos of verontwaardigd zijn over het gebruik van menggranulaat bij de aanleg van (half)verharde wandel- en fietspaden in onze terreinen. We trekken ons die kritiek aan en hebben daarom besloten om een interne evaluatie te starten naar ons gebruik van menggranulaat. Daarna gaan we met andere terreinbeheerders en andere partijen in de keten in gesprek om de haalbaarheid van alternatieven voor menggranulaat te onderzoeken.
Staatsbosbeheer beheert in Nederland in totaal zo’n 16.000 km aan paden (wandel- fiets en beheerpaden). Naar schatting is 9.500 kilometer onverhard, en 6.500 kilometer (half-) verhard. Onbekend is bij hoeveel kilometer pad menggranulaat is gebruikt.
Menggranulaat wordt overal in Nederland als gecertificeerde fundering van paden en wegen gebruikt. Niet alleen door Staatsbosbeheer, maar ook door andere terreinbeheerders als waterschappen, gemeentes, provincies en natuurbeschermingsorganisaties. Granulaat is de stenige reststof die vrij komt bij sloopwerkzaamheden van gebouwen. Volgens de normen mag daar 1% materiaal als plastic en ijzerdraad in blijven zitten. Vervolgens wordt het bijna altijd afgedekt met een schonere toplaag waar veel minder bijmenging in zit.
Als Staatsbosbeheer snappen we dat het gebruik van menggranulaat vragen oproept. Het gebruik ervan heeft naast voordelen ook een groot nadeel: plastic. Maar ook alternatieve materialen hebben nadelen.
Granulaat is ruim beschikbaar en betaalbaar, het heeft zich bewezen, levert een stabiele ondergrond op én het gaat om hergebruik van materiaal dat ‘over’ is en zo nog een keer hergebruikt kan worden. Recyclen dus, belangrijk in de kringloopeconomie.
Hét nadeel van menggranulaat: plastic. Staatsbosbeheer doet er alles aan om te voorkomen dat de maximaal 1% bijmenging van onder andere plastic in de natuur terecht komt. Hoe pakken we dat aan?
Daar komt bij dat het gebruik van andere materialen óók nadelen heeft. Zo zijn die duurder en we hebben het hier over publiek geld dat we maar één keer kunnen uitgegeven. Bovendien hebben andere materialen óók nadelen. Winning van natuursteen laat effecten achter in de wingebieden en vraagt om lange transportafstanden. Betonproductie heeft weer een grote milieubelasting en de winning van schelpen op de bodem van de zee voor schelpenpaden heeft ook grote nadelen voor het milieu.
Onze handelingen zijn er op gericht dat er geen stukjes plastic in de natuur belanden, maar in het pad opgesloten blijven. Er is inmiddels ook onderzoek gedaan door de wetenschap naar microplastics in de bodem. Staatsbosbeheer juicht dit onderzoek toe. Het is vervolgens aan de overheid om op basis van de wetenschappelijke conclusies de normen hiervoor vast te stellen, zo mogelijk in wet- en regelgeving.
Zoals uit de uitzending blijkt, is dat afval gevonden bij het Groene Schip in het Amsterdamse Havengebied. Ruim 10 jaar geleden heeft de ontwikkelaar van dat gebied menggranulaat gebruikt voor de aanleg van een 600m lange bouwweg en als fundering voor de bouwkeet. In 2019 was de bouwkeet niet meer nodig en is de fundering gebruikt voor een 100m lang verbindingspad. Maar de twee paden zijn nog niet klaar. Na afronding van de werkzaamheden, komt er nog een schonere laag betongranulaat overheen. De twee paden zijn niet opengesteld en bij de toegangen staan hekken, die helaas steeds opzij geschoven worden door wandelaars. Staatsbosbeheer heeft het beheer over het gebied (en de paden) overgenomen. We hebben bij de overname geen onderzoek gedaan naar de twee paden, dat had wel moeten gebeuren. We gaan de twee paden op zeer korte termijn helemaal lostrekken en al het spul dat er niet hoort verwijderen.