Nieuws
Met deze koude en natte dagen hebben we allemaal wel eens de behoefte onder dat dekbed te blijven liggen. Sommige dieren doen dat ook, op hun manier. Niet alleen egels en hamsters houden een winterslaap, ook adders knijpen er in de winter een paar maanden tussenuit.
Staatsbosbeheer houdt rekening met de winterslapende adders door bijvoorbeeld bij herstel van een natuurlijker waterpeil het grondwater niet teveel in één keer te laten stijgen. “We willen natuurlijk niet dat ze verdrinken”, zegt Albert Henckel. De adderkenner en boswachter publiek in het Drentse Dwingelderveld raakte al op jonge leeftijd gefascineerd door de adder. In zijn decennialange carrière bij Staatsbosbeheer, bleef deze enige gifslang die Nederland kent, zijn interesse houden. Hij heeft er vele gefotografeerd en assisteerde regelmatig bij de reptielentelling van RAVON. “Wist je dat iedere adder een unieke tekening op z’n kop heeft, daaraan kan je ze herkennen zoals mensen aan hun vingerafdruk."
Adders leven liefst op hogere zandgronden en in hoogveen of natte heide-gebieden. Ze komen op niet meer zoveel plekken voor in Nederland. Het is dan ook een beschermde diersoort. Het goede nieuws is dat het aantal adders in Dwingelderveld de laatste twintig jaar ongeveer op peil is gebleven. “Nu, in de winter, zoeken ze vorstvrije overwinteringsplekken. Ze houden bijvoorbeeld van konijnenholen, of holtes tussen boomwortels. In deze periode kom je ze dus niet tegen. Maar als ze in het voorjaar uit hun rustplaats komen en gaan zonnen om energie op te doen, zijn ze gemakkelijker te tellen.”
Omdat adders vaak jarenlang voor dezelfde overwinteringsplek kiezen en omdat ze in het voorjaar vlakbij deze plek gaan liggen zonnen, heeft Albert aardig zicht op een aantal vaste winterverblijven. “Die plekken laten we met rust als we voor het beheer van het gebied werkzaamheden moeten uitvoeren.” Ook bij grotere projecten houdt Staatsbosbeheer rekening met de slapende adders. “In Dwingelderveld hebben we veel gewerkt aan het verbeteren van de natuurwaarden. Water speelt hierbij een belangrijke rol. Om heide bijvoorbeeld natter te maken, hebben we sloten gedempt. Het Noordenveld is daar een goed voorbeeld van. Het was een groot landbouwgebied en wij hebben dat omgevormd naar natte heide. Het dempen van een diepe sloot dwars door het gebied was een belangrijke stap daarin. Hierdoor is hele gebied natter geworden en heeft het ook een wateropslagfunctie bij grote neerslaghoeveelheden. Bij het opslaan van water, komt het water te hoog te staan voor adders. Daarom hebben we eerst onderzocht of er ook in dit specifieke deel veel overwinteringsplekken waren. Dat was niet het geval. Wel in de aarden wal die naast de te dempen sloot lag. Maar zo hoog komt het water niet.”
Een ander voorbeeld is het plaggen van heide. “Vergraste stukken heide worden deels geplagd. Daarbij haal je de bovenste laag van de grond weg. Voor adders, en trouwens ook voor veel andere dieren, kan dat nadelig uitpakken. Dan is er een ineens een veilige verbinding verbroken en kunnen ze niet van de ene naar de andere kant, wat hun leefgebied enorm verkleint. Juist daarom plaggen we kleinschaliger met stroken ertussen om die verbinding in stand te houden. Ook hebben we de heide op essentiële plekken niet geplagd.”
Een adder bijt alleen als hij zich in het nauw gedreven voelt. Hij heeft een beperkte voorraad gif en dat gebruikt hij liever voor zijn prooien.
Bang om gebeten te worden in zijn zoektocht naar adders is Albert niet. “Een adder bijt alleen als hij zich in het nauw gedreven voelt. Hij beschikt slechts over een beperkte voorraad gif en dat gebruikt hij liever voor zijn prooien, zoals muizen en kikkers.” Bij zijn weten is het in al die jaren dat hij hier werkt, niet voorgekomen dat een wandelaar is gebeten. “Wel een enkele keer een hond. Soms iemand die een adder wilde pakken en ook adder-onderzoekers die wat onvoorzichtig werden. Maar gelukkig gebeurt dit niet zo vaak en is er een goede behandeling tegen, alhoewel die meestal niet eens nodig is.”
Door dit gebied gezond te houden, blijft het er ook goed toeven voor de adder. “Het is prachtig om te zien hoe ze in het vroege voorjaar zonrijke plekken opzoeken om op te warmen. De mannetjes starten daar iets eerder mee dan de vrouwtjes, dat is nodig voor een goede ontwikkeling van hun sperma. Ik heb er wel eens vijf bij elkaar zien liggen.”
Wil je meer weten over adders? Kijk dan op de website van RAVON, een organisatie die met vrijwilligers inheemse reptielen, amfibieën en vissen en hun leefgebieden beschermt.