Nieuws
Het gaat niet goed met de deltanatuur in Nederland. Meer ruimte en dynamiek, meer eb en vloed, meer zout en zoet overgangen zijn nodig om de deltanatuur gezonder te maken. Hiervoor ontwikkelde Staatsbosbeheer de Natuurwinststrategie deltanatuur. In de Grevelingen laat ecoloog Sander Terlouw zien waarom dat nodig is.
Een ruime halve eeuw na het opleveren van het deel van de Deltawerken bij de Grevelingen, is duidelijk dat ze naast het beschermen van ons land tegen overstromingen ook een keerzijde hebben. Het gaat niet goed met de ecosystemen in onze deltanatuur. In de Grevelingen bijvoorbeeld is de kwaliteit van de onderwaternatuur slecht te noemen. En de bovenwaternatuur is drastisch veranderd en dreigt nog verder te verarmen. Met het oog op de gevolgen van de klimaatveranderingen, zoals de zeespiegelstijging en extreme weersomstandigheden, ontwikkelde Staatsbosbeheer de Natuurwinststrategie deltanatuur. Een plan om de natuur in de deltagebieden toekomstbestendig te maken door er balans en veerkracht in te brengen, waardoor veiligheid, economie en ecologie duurzaam naast elkaar kunnen bestaan.
Terwijl de wolken voorbij razen en regen, hagel en zon elkaar afwisselen, wijst ecoloog Sander Terlouw op een drietal reeën in de verte. We zijn bij natuurgebied de Slikken van Flakkee in de Grevelingen bij Goedereede en Herkingen in Zuid-Holland.
Miljoenen jaren lang was de Grevelingen een speelveld van de rivieren en de zee. Door verschillen in rivierafvoer varieerde de hoeveelheid zoet en zout water continu in de deltagebieden. Bij eb vielen de slikken, zogenaamde wadplaten, droog die bij vloed weer overspoeld werden met zout water. Rivieren brachten zand en voedingsstoffen mee uit verschillende gebieden. De continue uitwisseling van grondsoorten, mineralen en energie zorgde voor de perfecte balans in een gebied op de grens van zee en land. Door de gevarieerde plantengroei onder en boven water, was het een prima plek voor de vele vissoorten die vanuit zee de rivieren intrekken en weer terug. En dus een prima plek voor de vogels om te rusten en bij te eten op doortocht van zuid naar noord en te broeden in het voorjaar.
Met de bouw van het deel van de deltawerken in de Grevelingen kwam hier een eind aan. Met de Brouwersdam (1951) aan de Noordzeekant en de Grevelingendam (1958) aan de rivierenkant, ontstond het Grevelingenmeer; afgesloten van zee en rivieren. “De dynamiek die bij dit soort natuur hoort, verdween”, vertelt Sander. “Alles viel stil. Bepaalde delen staan nu altijd onder water en andere delen zijn altijd droog. In eerste instantie was het een zoutwatermeer. Alleen planten en dieren die tegen zout water kunnen, overleefden. Maar in de loop der jaren werd het water door regenwater steeds zoeter, waardoor deze soorten het moeilijk kregen. Zeven jaar later is er daarom een kleine doorgang in de Brouwersdam gemaakt, waardoor toch beperkt zout water kan binnenstromen waardoor het zoutwatermeer zoals we dat nu kennen is ontstaan.”
Inmiddels is de situatie zo dat door een gebrek aan eb en vloed en de aanvoer van grondsoorten en voedingsstoffen uit de rivieren, het leven in de Grevelingen onder water sterk achteruit gaat. Met alle gevolgen voor vogels die hier op doortocht rust en voeding vinden en in het voorjaar broeden. “In het Grevelingenmeer zijn nu enkele eilandjes die altijd droog blijven. Voor vogels als de visdief en de strandplevier de ideale broedplaats. Deze vogels bouwen hun nest op kale grond. Vroeger werden deze eilandjes regelmatig overspoeld met zout water, waardoor ze kaal bleven. Nu groeit daar van alles op en is het onze taak het kaal te houden. Ook dat proberen we in stand te houden, door het waterpeil in het voorjaar een paar centimeter omlaag te brengen. Dit levert meer kale grond op om te broeden. Na het broedseizoen gaat het waterpeil weer omhoog zodat planten geen kans krijgen om te groeien.” Deze ondiepe wateren en slikplaten zijn voor steltlopers ook noodzakelijk om voedsel te vinden.
Alleen als de onderwaterwereld gezond is, blijft dit gebied belangrijk voor vogels
Voor Sander staat het als een paal boven water dat het nodig is dit natuurgebied in stand te houden en de ruimte te geven zich te kunnen ontwikkelen. “Alleen als de omstandigheden goed zijn, kan het onderwaterleven weer gezond worden. Alleen als het onderwaterleven gezond is, kan dit gebied z’n belangrijke functie voor onder andere vogels behouden. En alleen als dit gebied gezond is, kan de mens er op een duurzame manier van blijven genieten, zoals recreatie en visserij, waarbij bescherming tegen overstromingen voorop staat.” Sander wijst op een klein plantje - melkkruid – dat op de lage vochtige grond staat. “Kijk deze doet het prima in de zilte grond.” Op de iets hoger gelegen delen groeien alleen planten die van zoet water leven zoals de moeraswespenorchis; de ruige graslanden zijn een ideaal leefgebied voor Noordse woelmuizen. Op enkele meters afstand hangt een torenvalk indrukwekkend stil in lucht. Op de eilandjes zien we groepen bergeenden, kieviten en goudplevieren bivakkeren, veilig voor de vossen die hier ook huizen. Juist de enorme variatie aan flora en fauna zijn zo kenmerkend voor deltanatuur.
Voor alle deltanatuur geldt dat natuurlijke processen meer ruimte moet krijgen: meer eb en vloed, een grotere uitwisseling tussen zoet en zout water, variatie tussen hoog en laag water en aansluiting op de rivieren en andere watersystemen. Zo blijven de gebieden gezond, kunnen vissen vanuit de zee de rivieren op zwemmen en blijft het goed toeven voor de vele verschillende vogelsoorten. Maar zo geef je het water ook de mogelijkheid meer ruimte in te nemen als dat nodig is en voorkom je overstromingen. Een robuuster en veerkrachtiger gebied.
Voor de Grevelingen is de natuurwinststrategie al concreter uitgewerkt. Sander: “We werken met het rijk, de regio en Rijkswaterstaat aan een plan om een grotere doorgang in de Brouwersdam te maken, die tot terugkeer van beperkt getij moet leiden en waar vissen beter doorheen komen. Ook liggen er ideeën voor meer verbindingen met het achterland en de rivieren, worden broedvogeleilanden gemaakt en hersteld en wordt gewerkt aan verbeteringen van de natuur onder water zoals de terugkeer van groot zeegras.”
Sander benadrukt dat de Natuurwinststrategie deltanatuur weliswaar door Staatsbosbeheer is ontwikkeld, maar dat er meer partijen nodig zijn voor een goede landschapsontwikkeling. “Onze plannen hebben een gezonde natuur als basis, omdat de natuur de mogelijkheden voor duurzaam medegebruik bepaalt. Als Staatsbosbeheer bekijken wij de situatie voornamelijk vanuit het natuurlijke systeem. De volgende stap is om met andere partijen en sectoren om tafel te gaan om te verkennen hoe we hier de komende decennia mee omgaan. Zodat er leefgebied ontstaat waar ecologie hand in hand gaat met economie en veiligheid.”
Een lawaaiige groep ganzen trekt de aandacht. Aan hun geluid hoort Sander dat het om kolganzen gaat. “Ze klinken paniekerig. Misschien is er een zeearend in de buurt.”
25 jaar na de voltooiing van de deltawerken presenteert Staatsbosbeheer een nieuwe ecologische strategie voor de Zuidwestelijke Delta. Nieuwsgierig? Bekijk hier de video of lees de Natuurwinststrategie deltanatuur.
De Natuurwinststrategie deltanatuur werkt aan het herstellen, vergroten en het opnieuw in balans brengen van de unieke kenmerken van onze deltanatuur. Dit zijn: