Nieuws
Vlakbij het Drielandenpunt in Vaals zijn dit voorjaar voor het eerst eieren van de ringslang gevonden. Tijdens de controle van een broeihoop werden de legsels van drie ringslangdames met in totaal 50 eieren opgegraven. Nooit eerder is er in dit uiterste hoekje van Nederland voortplanting van de ringslang geconstateerd.
Hoewel de ringslang de algemeenste inheemse slangensoort is, kwam de soort in Limburg vrijwel niet voor. Net over de grens in Duitsland en België leven echter wel ringslangen maar tot voor kort gebruikte de ringslang Nederlands grondgebied slechts incidenteel voor een jachtpartij of korte uitstap. Die situatie is sinds enkele jaren volledig veranderd. Zo’n 15 jaar geleden is de ringslang langs het grensriviertje de Worm bij Kerkrade door de aanleg van broeihopen naar Nederland gelokt en nu lijkt de soort ook bij Vaals vaste voet aan de grond te krijgen. Drie jaar geleden werd bij Vaals de eerste broeihoop aangelegd naar aanleiding van een vondst in aangrenzend Wallonië. En nu al hebben drie zwangere ringslangdames er voor gekozen om hun eieren aan onze kant van de grens af te zetten. Loon naar werken voor de vrijwilligers en professionals van RAVON en Staatsbosbeheer.
De ringslang is de excentriekeling onder de inheemse reptielen, want de soort kan (nog) overleven in ons cultuurlandschap en is niet afhankelijk van beschermde natuurgebieden op de hei of in het duin. De ringslang is een echte cultuurvolger die door heel zijn enorme verspreidingsgebied gebruik maakt of zelfs afhankelijk is van menselijke activiteiten. Uit archeologische opgravingen weten we dat ringslangen al duizenden jaren lang gebruik maken van mesthopen om hun eieren in af te zetten. Helaas zijn mesthopen uit het landschap verdwenen en daarmee dus ook de eiafzetplekken voor de ringslang. Door de aanleg van broeihopen krijgen zwangere ringslangen weer ouderwets goede eiafzetplekken aangeboden. De Nederlandse broeihopen werken blijkbaar zo goed dat Duitse en Belgische ringslangdames de Nederlandse broeihoop verkiezen boven eiafzetplekken in hun thuisland.
Behalve de ringslang profiteren ook andere dieren van broeihopen. Amfibieën gebruiken broeihopen als overwinteringsplek en het wemelt er vaak van insecten andere geleedpotigen. Verleden jaar werden er in de broeihoop bij Vaals spectaculaire neushoornkevers gevonden. In broeihopen elders in Nederland zijn de zeldzame waterspitsmuis en de nog zeldzamere Noordse woelmuis gevonden. Ook andere reptielen zoals levendbarende hagedis en hazelworm zijn op- en in broeihopen te vinden. Gezien het grote aantal zeldzaamheden in de voor Nederland zo afwijkende fauna van Zuid-Limburg worden de komende jaren spannend: welke dieren gaan naast de ringslang ook gebruik maken van de broeihoop?
Ringslangen voeden zich voornamelijk met amfibieën (kikkers, padden en salamanders) en slechts zo nu en dan staat vis of muis op het menu. Voor mensen is de ringslang volledig ongevaarlijk. Bij onraad schieten ze meestal razend snel weg en als je ze toch kunt vangen (LET OP: vergunning nodig!) bijten ze eigenlijk nooit maar vertonen wel een heel scala aan soms nogal vreemde afweerreacties. Zo kunnen ze een secreet uitscheiden dat ruikt als een mengsel van rotte vis, knoflook en wiet. Een andere keer houden ze zich dood, draaien spastisch om hun as of platten hun hals af als een cobra.