Nieuws
“Stel de boer in staat om niet meer te gaan voor het maximale, maar voor het optimale rendement.” “We hebben een herinrichting van de hele voedselproductieketen nodig. Dat kan niet alleen op het bordje van de boer liggen.” Staatsbosbeheer werkt mee aan de transitie naar natuurinclusieve landbouw. Theo Bakker van Staatsbosbeheer in gesprek met hoogleraar Martijn van der Heide.
“De manier waarop we in Nederland intensieve landbouw bedrijven, is funest gebleken voor de natuur en een gezonde bodem”, zegt Theo Bakker, coördinator programma natuurinclusieve landbouw bij Staatsbosbeheer. “Groene woestijnen van raaigras en monoculturen, waarbij kunstmest en bestrijdingsmiddelen een dominante rol spelen, hebben bijgedragen aan verzuring, vermesting en verdroging. Lange tijd was alleen productie belangrijk in de landbouw. Zo is het ook drie generaties boeren onderwezen op de landbouwscholen. We zijn er de tweede exporteur van landbouwproducten ter wereld mee geworden. Maar het ging ten koste van andere waarden, zoals biodiversiteit en landschapsschoon.”
We moeten het idee loslaten dat er een scheiding is tussen natuur en landbouw
Waarom is natuurinclusieve landbouw de oplossing? “We moeten niet langer tegen de natuur in boeren, maar mét de natuur werken”, zegt Martijn van der Heide. Hij is bijzonder hoogleraar Natuurinclusieve Plattelandsontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen. “Het idee loslaten dat er een scheiding is tussen natuur en landbouw, tussen natuur en platteland. Een scheiding die trouwens niet alleen in het denken van de boeren zat, maar ook in dat van natuurbeschermers. Het ene onderzoek na het andere toont aan dat het vooral met de natuur op het platteland slecht gaat. Er is dus grote biodiversiteitswinst te verwachten als we natuur en landbouw laten samengaan. Ook omdat landbouw zo’n groot deel van het landoppervlakte van Nederland inneemt, grofweg 67 procent.” Theo vult aan: “Er is bovendien een enorme landschapswinst te realiseren. Het landschap en de natuur die we nu zo koesteren en beschermen, vormen in feite het agrarische landschap van voor de industrialisatie en de intensieve landbouw.”
Een paar constanten zijn er wel: minder gewasbeschermingsmiddelen en minder bemesting. “Met kunstmest voed je direct de plant, maar ook alléén de plant. Je zet het hele bodemleven buitenspel. Terwijl een goede bodem de basis is”, zegt Theo. “Het komt erop neer dat we natuurlijke processen weer in ere moeten herstellen”, voegt Martijn toe. “Dat is boeren mét de natuur. En dat we zoeken naar slimme synergiën, zoals dat heet. Als je een deel van het land een hoger waterpeil gunt, creëer je plas-drasland voor weidevogels maar óók meteen een waterberging. Handig met het oog op klimaatverandering.”
We hebben 6.000 hectare grond gereserveerd voor boeren die met ons willen samenwerken
Staatsbosbeheer helpt boeren om die transitie naar natuurinclusieve landbouw te maken. “We hebben 6.000 van de 40.000 hectare grond die wij landelijk verpachten gereserveerd voor natuurboeren die experimenteren met al die verschillende vormen van landbouw”, zegt Theo. “We bespreken hoe we de biodiversiteit kunnen verhogen op het land en wat de boer daarbij van ons nodig heeft. We zetten onze natuurkennis in op het erf en gebruiken zijn boerenkennis voor natuurbehoud. Ik zit wekelijks bij boeren aan de keukentafel en het valt me op hoe gemotiveerd ze zijn om dit te laten werken, zeker de jongere generaties.” Maar we kunnen niet alleen naar de boeren kijken. Martijn: “De overheid heeft ook een rol. Zij moet een stip op de horizon geven, een visie ontwikkelen op de toekomst van landbouw. Boeren willen duidelijkheid. Beleid van pappen en nathouden kan niet meer. Of neem de banken: die richten zich met hun financiering nog te veel op turboboeren die alleen voor de export produceren. Er is nu ook discussie of supermarkten niet meer moeten doen om duurzame producten in hun assortiment op te nemen. En dan is er natuurlijk de consument, die nog steeds grote moeite heeft om een dubbeltje meer te betalen.”