Terug

Nieuws

Mét de natuur boeren in plaats van tégen

  • 29 juni 2022
  • Natuurinclusieve landbouw
  • Leestijd 3 minuten

“Stel de boer in staat om niet meer te gaan voor het maximale, maar voor het optimale rendement.” “We hebben een herinrichting van de hele voedselproductieketen nodig. Dat kan niet alleen op het bordje van de boer liggen.” Staatsbosbeheer werkt mee aan de transitie naar natuurinclusieve landbouw. Theo Bakker van Staatsbosbeheer in gesprek met hoogleraar Martijn van der Heide.

Winst Er is grote biodiversiteitswinst te behalen met natuurinclusieve landbouw.

Funest

“De manier waarop we in Nederland intensieve landbouw bedrijven, is funest gebleken voor de natuur en een gezonde bodem”, zegt Theo Bakker, coördinator programma natuurinclusieve landbouw bij Staatsbosbeheer. “Groene woestijnen van raaigras en monoculturen, waarbij kunstmest en bestrijdingsmiddelen een dominante rol spelen, hebben bijgedragen aan verzuring, vermesting en verdroging. Lange tijd was alleen productie belangrijk in de landbouw. Zo is het ook drie generaties boeren onderwezen op de landbouwscholen. We zijn er de tweede exporteur van landbouwproducten ter wereld mee geworden. Maar het ging ten koste van andere waarden, zoals biodiversiteit en landschapsschoon.”

We moeten het idee loslaten dat er een scheiding is tussen natuur en landbouw
Martijn van der Heide, bijzonder hoogleraar Natuurinclusieve Plattelandsontwikkeling

Natuur en landbouw laten samengaan

Waarom is natuurinclusieve landbouw de oplossing? “We moeten niet langer tegen de natuur in boeren, maar mét de natuur werken”, zegt Martijn van der Heide. Hij is bijzonder hoogleraar Natuurinclusieve Plattelandsontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen. “Het idee loslaten dat er een scheiding is tussen natuur en landbouw, tussen natuur en platteland. Een scheiding die trouwens niet alleen in het denken van de boeren zat, maar ook in dat van natuurbeschermers. Het ene onderzoek na het andere toont aan dat het vooral met de natuur op het platteland slecht gaat. Er is dus grote biodiversiteitswinst te verwachten als we natuur en landbouw laten samengaan. Ook omdat landbouw zo’n groot deel van het landoppervlakte van Nederland inneemt, grofweg 67 procent.” Theo vult aan: “Er is bovendien een enorme landschapswinst te realiseren. Het landschap en de natuur die we nu zo koesteren en beschermen, vormen in feite het agrarische landschap van voor de industrialisatie en de intensieve landbouw.”

Boeren houden van vrijheid

Hoe natuurinclusieve landbouw er in de praktijk uitziet, varieert per streek en per boer. Martijn: “Voor de ene boer is het misschien strokenteelt met verschillende gewassen in plaats van monocultuur. Dan ben je ook minder kwetsbaar voor insectenplagen. Op een andere plek is het misschien weer agrobosbouw. Of bloemrijke akkerranden, houtwallen, land waar niet elke boom en elk beekje uit het oogpunt van efficiëntie zijn weggestreken.” Theo beaamt dat maatwerk nodig is. “Geef de boer een doel en een soort toolbox waaruit hij zelf, naar eigen inzicht, kan putten om de natuur weer plek te geven. Boeren zijn ondernemers, die houden van vrijheid, dus laten we niet voor elke vierkante meter voorschrijven wat daar moet gebeuren.”

Goed voorbeeld Het vee binnenhouden met meidoornhagen in plaats van prikkeldraad, is een goed voorbeeld van boeren met de natuur.

Op zoek naar slimme synergiën

Een paar constanten zijn er wel: minder gewasbeschermingsmiddelen en minder bemesting. “Met kunstmest voed je direct de plant, maar ook alléén de plant. Je zet het hele bodemleven buitenspel. Terwijl een goede bodem de basis is”, zegt Theo. “Het komt erop neer dat we natuurlijke processen weer in ere moeten herstellen”, voegt Martijn toe. “Dat is boeren mét de natuur. En dat we zoeken naar slimme synergiën, zoals dat heet. Als je een deel van het land een hoger waterpeil gunt, creëer je plas-drasland voor weidevogels maar óók meteen een waterberging. Handig met het oog op klimaatverandering.”

We hebben 6.000 hectare grond gereserveerd voor boeren die met ons willen samenwerken
Theo Bakker, programmacoördinator natuurinclusieve landbouw bij Staatsbosbeheer

Optimaal rendement

Staatsbosbeheer helpt boeren om die transitie naar natuurinclusieve landbouw te maken. “We hebben 6.000 van de 40.000 hectare grond die wij landelijk verpachten gereserveerd voor natuurboeren die experimenteren met al die verschillende vormen van landbouw”, zegt Theo. “We bespreken hoe we de biodiversiteit kunnen verhogen op het land en wat de boer daarbij van ons nodig heeft. We zetten onze natuurkennis in op het erf en gebruiken zijn boerenkennis voor natuurbehoud. Ik zit wekelijks bij boeren aan de keukentafel en het valt me op hoe gemotiveerd ze zijn om dit te laten werken, zeker de jongere generaties.” Maar we kunnen niet alleen naar de boeren kijken. Martijn: “De overheid heeft ook een rol. Zij moet een stip op de horizon geven, een visie ontwikkelen op de toekomst van landbouw. Boeren willen duidelijkheid. Beleid van pappen en nathouden kan niet meer. Of neem de banken: die richten zich met hun financiering nog te veel op turboboeren die alleen voor de export produceren. Er is nu ook discussie of supermarkten niet meer moeten doen om duurzame producten in hun assortiment op te nemen. En dan is er natuurlijk de consument, die nog steeds grote moeite heeft om een dubbeltje meer te betalen.”

Van akker tot bord

Uiteindelijk is herbezinning in de hele keten – van de akker tot het bord – nodig. “Wat doe je met goedkope importproducten?”, zegt Theo. “Die mag je volgens allerlei EU- en WTO-regels niet zomaar weren. Maar misschien moet dat toch maar gaan gebeuren. De boer moet wel een sluitend verdienmodel hebben. Stel hem in staat om niet meer te gaan voor het maximale, maar voor het optimale rendement.” Dan rijst de vraag hoe het met die opbrengsten zit, want boeren zijn immers nodig voor een goede en gezonde voedselproductie. “Oogsten zijn niet per se veel kleiner met natuurinclusieve landbouw”, verduidelijkt Theo. “Het probleem is veel meer de wereldwijde verdeling van voedsel.”

Samen zorgen voor het land

Hoe hopen de mannen al met al dat de landbouw er in 2030 uitziet? “2030 is al snel hoor!”, zegt Martijn. “Ik hoop vooral dat we grote vraagstukken dan geïntegreerd aanpakken. Een slimme inrichting van het platteland kan zo veel doelen tegelijk dienen: landbouw, natuur, landschapsschoon, woningbouw, zonneweiden en windmolens voor de energietransitie. Wat goed is voor de natuur kan ook goed uitpakken voor andere maatschappelijke uitdagingen.” Theo: “Ik hoop op een nog aantrekkelijker Nederland, met niet minder, maar meer boeren. Die gezonder en zelfs lekkerder voedsel verbouwen. Het platteland is dan niet meer alleen agrarisch land, maar een allemansland. Waar boswachters en boeren weer samen zorg voor dragen.”

Natuurinclusieve landbouw

Staatsbosbeheer ondersteunt boeren met pachtgrond of eigen grond naast een natuurgebied bij het natuurinclusief maken van hun bedrijf. Door deze boeren te adviseren hoe zij hun bedrijf kunnen extensiveren met aandacht voor biodiversiteit en kringlopen. En door te onderzoeken hoe die natuurinclusieve landbouw bijdraagt aan de natuurdoelen in de gebieden van Staatsbosbeheer.