Terug

Nieuws

Wat zijn alternatieven voor afschot damherten?

  • 21 juni 2022
  • Flora en fauna
  • Leestijd 6 minuten

Hoe kan je ervoor zorgen dat het aantal damherten niet toeneemt in een natuurgebied? Staatsbosbeheer houdt de populatie in stand door afschot. Maar wat zijn de alternatieven? Is niks doen een optie? Of vangen en verplaatsen? En wat zijn de voor- en nadelen van sterilisatie? Daarover ging het symposium ‘Alternatieven voor populatiebeheer van damherten’ op 8 juni.

Veel damherten Op het Zeeuwse eiland Haringvreter is ruimte voor ongeveer 150 damherten. Enkele jaren geleden leefden er meer dan 700.

Ideeën en argumenten

Sandra den Adel, provinciehoofd Zuidwestelijke Delta bij Staatsbosbeheer, startte het symposium door aan te geven hoe bijzonder het is dat er deze middag zoveel verschillende partijen, met zoveel verschillende meningen, bij elkaar zijn. “De discussies over hoe we ervoor moeten zorgen dat er niet te veel damherten komen, verliepen tot nu toe niet altijd constructief. Wij hopen op deze inhoudelijke middag goed naar elkaars ideeën en argumenten te luisteren, om zo enkele goede alternatieven te identificeren.”

Damherten zijn niet veeleisend

In enkele natuurgebieden groeit het aantal damherten heel hard als je niets doet. De Amsterdamse waterleidingduinen is daar misschien wel het bekendste voorbeeld van. Maar ook in Zeeland speelt dit op meerdere plekken. In de Kop van Schouwen, in de Manteling van Walcheren bij Oostkapelle en op het eiland de Haringvreter in het Veerse Meer. Op dit eiland is bijvoorbeeld plek voor maximaal 150 damherten, maar dat waren er enkele jaren geleden meer dan 700.
Damherten zijn roedeldieren die weinig eisen stellen aan hun leefgebied en aan hun voedsel. Ze leven in grote groepen en nemen in aantal ieder jaar met zo’n 35% toe. Omdat ze graag aan jonge blaadjes knabbelen, hebben te grote aantallen damherten een nadelig effect op de natuur: jonge bomen en struiken krijgen geen kans. Ook de omliggende landbouwgebieden en tuinen ervaren schade omdat een deel van de oogst door de damherten wordt verorberd. Een derde probleem is dat bij een groter aantal damherten, meer aanrijdingen plaatsvinden.
In alle drie de genoemde leefgebieden in Zeeland wordt de populatie in stand gehouden door afschot. Maar daar is veel kritiek op en verschillende partijen zien graag andere oplossingen. Op dit symposium werden de haalbaarheid, kosten en voor- en nadelen van mogelijke alternatieven toegelicht.

Niets doen

De meeste partijen zijn het er wel over eens dat te veel damherten, te veel schade opleveren en dat hun aantal dus tot een maximum beperkt moet blijven. Dat geldt niet voor Fauna4life. Pauline de Jong pleitte voor de methode ‘geen beheer’, voor niets doen. “Laat de natuur haar gang gaan, dan ontstaat er vanzelf een dynamisch evenwicht. Als de mens zich er niet mee bemoeit, kunnen natuurlijke processen optreden. Damherten zijn onderdeel van het ecosysteem. Ze hebben wel invloed op het landschap, maar zorgen niet voor schade. De aantallen wordt bepaald door de natuur. In een strenge winter zullen er door gebrek aan voedsel meer damherten doodgaan. Dierenwelzijn wordt niet bepaald door of er voldoende voedsel is, maar door of ze in vrijheid kunnen leven. Wij denken dat deze vorm van beheer, namelijk geen beheer, goed haalbaar is. Het kost niks en het is een maatschappelijk gedragen oplossing.”

Afschot

‘Damhertenbeheer kan niet zonder geweer’ was de titel van de presentatie van Kees van Hulst, van de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging. “Afschot is de basis van goed beheer. Bij een te grote populatie gaat hun gezondheid achteruit en is de schade aan de natuur te groot. Door de keuzes voor afschot die wij maken ontstaat een genetisch gezonde levenskrachtige populatie. De populatie-opbouw, de man-vrouw- en leeftijdsverhouding, blijft goed. Door niet met anticonceptie in te grijpen, blijven de dieren ook natuurlijk gedrag vertonen. Door afschot nemen de schade aan natuur en landbouw af en nemen de biodiversiteit en de verkeersveiligheid toe. Is het haalbaar? Jazeker, we doen het al jaren. En de kosten? Die zijn beperkt, vooral omdat we met goed opgeleide vrijwilligers werken.”

Anticonceptie

Tom Stout van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht belichtte de mogelijkheden van anticonceptie door vaccinatie. “Door dieren jaarlijks te vaccineren met het GnRH-hormoon maken mannetjes geen zaadcellen meer aan en hebben vrouwtjes geen cyclus meer. Het GnRH-vaccin beïnvloedt namelijk de hypofyse. Wereldwijd wordt deze methode op verschillende plekken ingezet. Bijvoorbeeld in gebieden waar de overlast door olifanten of edelherten te groot is. Deze methode zorgt niet voor een snelle afname van een populatie, maar wel voor het in stand houden ervan. Bij vrouwtjes zie je bovendien dat hun lichaamsgewicht wat toeneemt en dat ze ouder worden. De gedragsveranderingen vallen mee. We zagen dat sommige vrouwtjes de mannetjes de schuld gaven en de bronst duurde wat langer. Het vaccin dien je toe met pijltjes die je van een afstand kunt schieten. Door een soort paint-ball erbij te doen, zie je ook wie er gevaccineerd zijn. De kosten hiervan zijn laag. De haalbaarheid is nog moeilijk aan te geven. Het is namelijk nodig om de dieren tot vijftig meter te benaderen om goed te kunnen schieten. Met damherten is hiermee nog geen ervaring opgedaan.”

Voorkomen van landbouwschade

Wat zijn de mogelijkheden in het voorkomen van landbouwschade. Daarop richtte Willem Remijnse, van Bij12, zich met zijn presentatie. “Wij gaan uit van het voorkomen van zoveel mogelijk faunaschade door preventie. Als dat niet meer lukt, dan bestrijden. Als dat ook niet meer lukt, moet de overheid de schade gaan betalen. Wat zijn nu goede preventiemethoden? Er is geprobeerd met visuele signalen, zoals fel gekleurde linten, de dieren af te schrikken, maar daar trekken damherten zich niks van aan. Ook akoestische signalen werken niet, omdat damherten vooral ’s nachts naar de landbouwgebieden trekken. Dan wil en mag je niet veel herrie maken. Afscherming door rasters helpt wel. Het gaasraster is daarbij het meest effectief, duurzaam en veilig voor de herten, maar ook het duurst. Een andere mogelijkheid is om naar de teelt zelf te kijken. Als je weet waar damherten van houden, kan je er ook voor zorgen dat deze lekkernijen niet direct aan hun leefgebied worden verbouwd. Ook zou je zones in de natuurgebieden kunnen inrichten waar je juist gaat bijvoeren. Hierdoor hebben de damherten geen behoefte om naar de landbouw te trekken.”

Vangen en verplaatsen

Tanja de Boode van Free Nature deed haar ervaringen met het vangen en verplaatsen van dieren uit de doeken. Ze vertelde bijvoorbeeld over haar samenwerking met Staatsbosbeheer om ruim 500 konikpaarden vanuit de Oostvaardersplassen naar een natuurgebied in Wit-Rusland te verplaatsen. “Ook hebben we ervaring met runderen en wisenten, maar nog niet met damherten. Bij het vangen van de dieren kijken wij naar familiestructuren, dat zorgt voor de minste stress. Door met afzettingen hun gebied steeds verder in te perken, krijg je ze uiteindelijk in de vrachtwagen. Het moeilijkste van deze methode is niet het vangen van de dieren maar het vinden van een geschikte plek. Ze moeten er zich thuis voelen en ze moeten hetzelfde voedsel als hier kunnen vinden. Nog belangrijker is, wat zijn de doelen van het ontvangende land met dit gebied? Worden ze daar bejaagd? Het mooist is natuurlijk als de dieren daar een boost aan het ecosysteem kunnen geven. En wat zijn de invoerregels? Goede contacten tussen de twee landen zijn noodzakelijk. Pas als alle seinen op groen staan, kunnen we dieren gaan vangen. Een kanttekening bij deze methode is natuurlijk dat je nogal wat op z’n kop gooit. Zowel voor de dieren die gaan verhuizen als voor de achterblijvers. Ook kan een klein deel uitvallen. Hoe wilder de dieren, hoe groter de paniek en hoe groter de kans dat ze zich bij het vangen doodrennen in de hekken. Wat voor een uitval vinden we acceptabel?”

Stress en verstoren

Een alternatief dat nog in de kinderschoenen staat is ‘stress en verstoren’. Martijn Weteringen van Van Hall Larenstein/WUR vertelde dat stress veroorzaken bij dieren tot een lagere voortplanting leidt. “De angst voor roofdieren als de wolf heeft meer effect op de voortplanting dan het daadwerkelijk aantal opgegeten dieren. Angst en stress kan je op verschillende manieren veroorzaken: met geluid, met recreatie, met predatoren. Opvallend hierbij is dat geluid van de mens meer angst blijkt aan te jagen dan van een wolf of een hond. De angst moet wel reëel zijn, want als de dieren ergens aan wennen is er geen angst meer. Beperkt afschot in combinatie met recreatie en bijvoorbeeld een geluidssysteem, kan voor zoveel stress zorgen dat de dieren zich minder voortplanten. Onduidelijk hierbij is nog hoe groot die geboortebeperking is. Een ander nadeel is dat als je stress bij damherten veroorzaakt, andere soorten daar ook last van hebben.”

Sterilisatie

Het laatste alternatief dat op het symposium aan bod kwam was het initiatief van de dierenartsen Peter Klaver en Michiel Hoynck van Papendrecht om de voortplanting van damherten in te dammen door sterilisatie/castratie. “Dit is nog nooit eerder gedaan bij een wilde populatie en een geschikte methode voor een kleine populatie. Juist de damherten op Haringvreter lenen zich hier goed voor deze methode, omdat dit een min of meer gesloten gebied is. Het castreren heeft alleen zin bij vrouwtjes, omdat één bok veel vrouwtjes kan bevruchten. Voor het castreren is het nodig om de dieren te verdoven. Het is niet duidelijk of dat op afstand (maximaal 50 meter) kan of dat ze daarvoor eerst gevangen moeten worden. Deze methode kan met een paar procent uitval gepaard gaan. De operatie zelf is voor ons vrij eenvoudig routinewerk en kost ongeveer tien minuten per hert. Het is wel vrij kostbaar, ongeveer 500-800 euro per dier. Als er teveel dieren zijn, is eerst afschot nodig. Maar om de populatie op het gewenste niveau te houden kan dit een goede methode zijn.”

Discussie

Uit de discussie met de zaal die volgde op de presentaties, bleek vooral dat de meesten open staan om alternatieven verder te onderzoeken. “Dat is ook de wet”, geeft een van de aanwezigen aan. “Je moet eerst kijken naar alternatieven voordat je over gaat op afschot.” Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat veel van deze alternatieven nog erg in de kinderschoenen staan. “Onderzoeken? Ja. Maar nu nog niet haalbaar.” Een ander vraagt zich af hoe ethisch het eigenlijk is om zulk onderzoek met levende wezens te doen. “En laten we bij dat onderzoek niet alleen naar de aantallen van de populatie kijken. Maar ook wat het voor het dier betekent. Voortplanting is het hoofddoel van het leven. Wat betekent het als je dat deel van het leven weghaalt.”

Natuur is van iedereen

Gedeputeerde Anita Pijpelink van de provincie Zeeland mocht het symposium afsluiten. “Na de discussie te hebben aangehoord, denk ik dat u allemaal gelijk hebt. Maar u gaat het niet krijgen. Tenminste niet altijd en overal. In natuurbeheer moeten we niet streven naar consensus maar naar consent. We gaan het hierover namelijk niet allemaal eens worden, maar we kunnen door naar elkaar te luisteren en door alles te overwegen, wel toestemming geven aan de uitkomst. Natuur is van iedereen, faunabeheer is van de samenleving. Beslissingen hierover is een democratisch proces. Met elkaar moeten we bespreken wat we bereid zijn te accepteren en te tolereren. De meerderheid heeft verantwoordelijkheid over de minderheid. Deze weg moeten we samen bewandelen.”

Goede gesprek voortzetten

Bij de organisatie betrokken Erwin Verhage, accountmanager Zuidwestelijke Delta bij Staatsbosbeheer, kijkt tevreden terug op de middag. “Natuurlijk zijn we niet tot één oplossing gekomen. Maar we hebben wel naar elkaar geluisterd en elkaar wat beter leren kennen. De volgende stap is dat we per leefgebied gaan kijken wat het probleem is en welke mogelijkheden er zijn, om daar met de betrokkenen per situatie dit goede gesprek verder voort te zetten.”

Het symposium

Het symposium in het Zeeuwse Oostkapelle was georganiseerd door Provincie Zeeland, Staatsbosbeheer Wageningen Universiteit en Research, Hogeschool van Hall Larenstein en Faunabeheereenheid Zeeland. Voorafgaand konden de aanwezigen met eigen ogen enkele damherten ontdekken door met de boswachters van Staatsbosbeheer en Het Zeeuwse Landschap het gebied de Manteling van Walcheren in te gaan. Tussen de bedrijven door gaf ethicus Joachim Nieuwenhuijze een presentatie over de mechanismen die in discussies vaak optreden waardoor mensen minder naar elkaar luisteren en meer hun gelijk proberen te halen. Juist echt openstaan voor ieders standpunten komt een discussie te goede, geeft hij de deelnemers mee. De aanwezigen vertegenwoordigden vele organisaties, zoals: Ministerie van Landbouw, Natuur en voedselkwaliteit, Provincie Zeeland, Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging, FBE Zeeland, WBE Walcheren, Fauna4life, Stichting Dierenlot, Dierenbescherming, Het Zeeuwse Landschap, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en diverse universiteiten en hogescholen. Wie het hele symposium wil zien, kan hier terugkijken.

Meer over dit onderwerp