Nieuws
Door een jarenlang stikstofoverschot staat de natuur in Nederland er slecht voor. Toch zijn er lichtpuntjes. Gerichte en gecombineerde maatregelen per gebied geven een eerste aanzet tot natuurherstel. Zoals in het Zuid-Limburgse Gulpdal.
Verzuring, uitspoeling van voedingsstoffen en overheersing door stikstofminnende planten. Dat zijn de belangrijkste gevolgen van een langdurig veel te hoge neerslag van stikstof. Droogte versterkt die schadelijke effecten nog eens. Om de natuurschade te beperken, maakte de regering veel geld vrij. Ruim 38,4 miljoen euro voor Programma Versneld Natuurherstel, voor kortetermijnmaatregelen tussen 2020 en 2022. En minimaal drie miljard voor de periode tot 2030, via het Programma Natuur. Allemaal bedoeld voor maatregelen om de natuur te versterken en via natuurherstel de gevolgen van stikstofneerslag in Natura 2000-gebieden te verminderen. Denk bijvoorbeeld aan het dempen van landbouwsloten voor hydrologisch herstel of het plaggen van de bodem om de grootste hoeveelheden stikstof te verwijderen.
“Als eerste stap voor het herstel van het heischraalgrasland hebben we struiken en bomen weggehaald”, vertelt Rob. “Om het open te houden, blijven we geregeld maaien. En we laten het begrazen door Zuid-Limburgse mergellandschapen, wat helpt het landschap kruiden- en faunarijker te maken. De schapen zetten we per perceel zo’n twee weken per jaar in.” Om te voorkomen dat zij de struiken in de bosranden kaalvreten, staan er rasters over een lengte van tweehonderd meter. “Tijdens het natuurherstelwerk hebben we oude en vervallen rasters vervangen en er openingen (draadpoorten) in gemaakt bij wildwissels. Zo kunnen reeën en dassen vanuit het bos de graslanden in om voedsel te zoeken, behalve als de schaapskudde aanwezig is.”