Nieuws
Wie nu over de dijk van Culemborg langs de Lek oostwaarts rijdt, ziet grasland zo ver het oog reikt. Over tien jaar is het uitzicht vanaf dit punt heel anders. Een slingerende nevengeul, riviermoeras, ruigtes en zachthoutooibos bepalen dan het beeld; robuuste en gevarieerde riviernatuur. Hiervoor wordt zo’n 460.000 kuub klei afgegraven, dat per schip naar baksteenfabrieken gaat. Op 1 mei is de uitvoering van dit project in de Schalkwijker Buitenwaard door Staatsbosbeheer en K3 gestart.
De Schalkwijker Buitenwaard in de gemeente Houten ligt aan de Lek en is ongeveer 67 hectare groot. Het gebied is onderdeel van het Utrechtse Natuurnetwerk en bestaat nu vooral uit graslanden. Boswachter Chris Hartman loopt enige weken voor het officiële startschot door het gebied. “Dit is allemaal klei waarop we lopen”, vertelt hij. “Aangevoerd door de rivier en bij hoogwater afgezet.”
Omdat de uiterwaard decennia lang is gebruikt voor landbouw is het gebied nu monotoon en relatief soortenarm van aard. Door het frequent maaien en in het verleden bemesten, groeien er nu vooral allerlei typische hooilandsoorten. Chris: “De kracht van een rivieroever is juist de rijke variatie in structuren en bodemeigenschappen op korte afstand van elkaar. Onder de klei zitten verschillende soorten voedselarme grond. Door de klei weg te halen, krijgt veel meer gevarieerde vegetatie de kans. Goed dus voor de biodiversiteit. De geul die hier gegraven wordt, krijgt flauwe oevers. Dat is ideaal voor riviernatuur.”
Hoe het er hier over tien jaar uitziet, staat niet vast; natuurlijke processen zijn verrassend en weerbarstig. “Erosie zal de oevers mogen laten veranderen. Riviermoerassen en ruigtes ontstaan. We gaan hier iets creëren dat echt gaat leven en dat onder invloed van de rivier regelmatig zal veranderen. Hoe het precies gaat worden, weten we niet. Omdat de waterveiligheid ook belangrijk is, kan het niet ongebreideld veranderen. Maar wel binnen bepaalde marges. Het zal er ieder jaar anders uitzien.”
Chris heeft natuurlijk wel verwachtingen van hoe de natuur zich hier gaat ontwikkelen. “Omdat het water in de geul veel minder hard stroomt dan in de rivier, gaan veel vissen hier gebruik van maken om te paaien en hun jongen op te laten groeien. Dit trekt weer allerlei vogels en zoogdieren aan. Wellicht dat de bever hier een plekje weet te vinden en we hopen ook op de otter. Voor de weidevogels die er nu zitten, blijft ook voldoende grasland beschikbaar.”
Enerzijds is voor de afvoer over water gekozen vanuit duurzaamheid, maar ook de overlast voor de omgeving en de kwaliteit van de dijk speelden een grote rol in deze keuze. Op een schip gaat ongeveer 1500 kuub klei. Voor diezelfde hoeveelheid zou je zo’n 55 vrachtwagens nodig hebben. Die allemaal heen én terug zouden rijden; dit scheelt dus enorm veel transport.
De klei die wordt afgegraven is zogenaamde keramische klei: een ideale grondstof voor bakstenen. Iwan legt uit dat de rivier bijvoorbeeld vanuit de Alpen sediment (klei), meeneemt en afzet in de uiterwaarden. In vele jaren vormt zich zo een kleipakket dat zich telkens weer hernieuwt. “Niet alle klei is bruikbaar. De bovenste dertig centimeter bestaat uit wortelzone met een hoger gehalte organische stof. Van deze klei zou je ‘misbaksels’ krijgen. De keramische klei uit de uiterwaard is zeer goed bruikbaar om bakstenen en dakpannen van te maken. Materiaal dat weer honderden jaren meegaat en belangrijk is voor de nationale woningopgave.”
Bij de planvorming is de buurt zo goed mogelijk betrokken. Hun input is gevraagd en ingepast. Zo blijft er mede op verzoek van de Stichting Weidevogelbeheer Eiland van Schalkwijk, ook voldoende ruimte voor de weidevogels die er nu al leven. Ook Rijkswaterstaat is nauw betrokken bij de totstandkoming van het plan.