Nieuws
In de eerste week van juni zijn op verschillende plekken weer jonge zeearenden geringd. En zeearenden zijn niet de enige: bijna alle vogelsoorten worden geringd. Waarom doen we dat eigenlijk? En wat hebben de vogels er zelf aan? Harco Bergman, boswachter in het Kuinderbos in de Noordoostpolder: “Zo doen we kennis op waardoor we meer rekening met ze kunnen houden.”
Uiteraard zijn de medewerkers en vrijwilligers van Staatsbosbeheer niet de enigen die ringen. Ook andere natuurorganisaties, stichtingen en vogelwerkgroepen doen mee. Maar het meeste ringwerk wordt verricht door vrijwilligers van het Vogeltrekstation van het Nederlands Instituut voor Ecologie. Alle ringnummers en de terugmeldgegevens worden ook verzameld door dit Vogeltrekstation. In Nederland heeft ruim een eeuw vogels ringen inmiddels meer dan vijftien miljoen ringgegevens opgeleverd. Hierdoor weten we steeds beter waar de vogels in Nederland vandaan komen, waar ze overwinteren, waar ze broeden en waar ze naar toe gaan.
Aan de krop kunnen we zien of een vogel pas heeft gegeten en dus of de ouders er in slagen voldoende prooien te vinden.
Ten slotte krijgen ze een ring met een uniek nummer om hun poot bevestigd. “Als deze ring na de dood van de vogel wordt gevonden, levert dat waardevolle informatie op over hoe oud ze zijn en waaraan ze zijn gestorven. Ook de vindplek zegt veel over de routes en verblijfplaatsen die ze afleggen. Al deze gegevens komen weer bij het Vogeltrekstation. Ook recreanten die een ring vinden, kunnen het nummer doorgeven aan het.”
Soms wordt er ook een kleine zender aan een vogel bevestigd. “Hiervoor loopt bijvoorbeeld een project met zeearenden. Dat levert nog veel meer waardevolle informatie op, want dan zie je precies waar ze wanneer heengaan, maar dat is te duur om grootschalig toe te passen.”
Zo’n beetje alle vogelssoorten worden zo nu en dan geringd. Van veel voorkomende soorten alleen de jongen van enkele nesten en van zeldzame soorten zoveel mogelijk jongen. Er zijn dan ook ringen in vele maten. Die voor het winterkoninkje is de kleinste, voor de zwaan de grootste. “Zo weten we inmiddels hoe oud de verschillende vogels worden. De oudste bekende leeftijden in de databank van het vogeltrekstation zijn bijvoorbeeld voor de koolmees 10,7 jaar, de tjiftjaf 4,9 jaar, de tureluur 16 jaar en de ijsvogel 21 jaar. De oudste buizerd die in het Kuinderbos is teruggevonden, bleek 23 jaar oud. Hij sneuvelde enkele winters geleden tijdens de strenge winter.”