Werk in uitvoering
Het natuurlijke proces van verlanding stagneert, waardoor we laagveengebied dreigen te verliezen. Daarom starten we begin 2022 met werkzaamheden in Brandemeer om de legakkers te versterken en de groei van nieuw veen te stimuleren.
Brandemeer is een Natura2000-gebied in de gemeente Weststellingwerf (Súdeast-Fryslân).
Januari t/m december 2022.
Tijdens het broedseizoen en kort daarna, van begin maart t/m half augustus 2022, worden er geen werkzaamheden uitgevoerd.
Natura2000-gebied Brandemeer is een laagveengebied en onder andere gevormd door turfwinning in het verleden. Het uitgraven van veen heeft er voor gezorgd dat er een afwisseling van smalle, langgerekte stroken water en land is ontstaan, ook wel petgaten en legakkers genoemd. Het is bij uitstek een geschikt en belangrijk leefgebied voor vele bijzondere plant- en diersoorten zoals de grote vuurvlinder en de otter.
Door verschillende oorzaken staat dit landschap onder druk en daarmee ook de natuurlijke leefomgeving van soorten die hier van afhankelijk zijn. De legakkers in het gebied brokkelen af door golfslag en wind. Veel legakkers zijn begroeid met bomen en zijn hierdoor ook windvangers. Bij het omwaaien van deze bomen nemen de boomwortels delen van de legakkers mee het water in.
Daarnaast zorgt wind voor golfslag in open water waardoor de randen van legakkers afbrokkelen. Deze randen slijten ook af door betreding van ganzen en doordat ganzen jonge rietstengels eten die aan de oever groeien. Het gevolg is dat legakkers langzaam verdwijnen waardoor er geen verlanding vanuit de oever op gang kan komen. Bescherm- en herstelmaatregelen zijn noodzakelijk om de petgaten en legakker structuur te behouden, verlanding te stimuleren en daarmee het leefgebied van vele bijzondere plant- en diersoorten te behouden.
Je spreekt van verlanding wanneer open water langs een natuurlijke weg in land veranderd. Dit kan plaatsvinden in stilstaand en helder water en zorgt in laagveengebieden voor de ontwikkeling van nieuw veen. Het natuurlijke verlandingsproces bestaat uit verschillende fases met elk hun eigen soorten. Het start met riet dat langs de oevers begint te groeien en drijvende en ondergedoken waterplanten die zich ontwikkelen in het water. Deze drijvende waterplanten ontwikkelen zich tot op het water drijvende plantenmatten, oftewel trilvenen. Vervolgens vormen zich bovenop voornamelijk veenmossen en riet en als het stevig genoeg is groeien er in de laatste fase bomen. Het is een proces wat tientallen tot honderden jaren kan duren en wat zorgt voor een grote rijkdom aan bijzondere en zeldzame soorten. Bekijk een doorsnede van het proces van verlanding.
Tijdens de werkzaamheden kunnen wegen, paden en de parkeerplaats minder goed begaanbaar en toegankelijk zijn door rijplaten en werkverkeer. Vooral bezoekers van het voet- en fietspad bij de parkeerplaats kunnen hiervan hinder ondervinden.