Natuurgebied

Beestenveld en Klotterpeel

Vroeger ‘woeste’ grond, nu statige bossen met historische lanen, het Koordekanaal en de Beestenveldse Loop. Afgewisseld met vennen en heide in de Klotterpeel.

Over Beestenveld

Statige lanen met markante bomen

Kenmerkend voor Beestenveld zijn de vele statige lanen. De kaarsrechte wegen en paden werden vanaf 1891 door de Heidemaatschappij aangelegd tijdens de ontginning van de heide. Ze werden gebruikt voor inspectie en onderhoud van het gebied, maar ook als buffer tegen bosbranden. De lanen kregen namen van koninginnen of heiligen of termen uit de bosbouw.

Vooral de Emmalaan (gele route) en de Wilheminalaan (rode route) zijn majestueus omdat ze bestaan uit twee bomenrijen aan weerszijden. De Wilhelminalaan bestaat zelfs uit een unieke combinatie van naald- èn loofbomen, waaronder beuk, Thuja, fijnspar, zomereik, Amerikaanse eik en Douglas. Hierdoor is de laan elk seizoen anders van kleur en beleving. De Emmalaan bestaat uit twee rijen beuken, aan weerszijden van het pad. Imposant om te zien, zeker omdat sommige bomen markante vormen hebben aangenomen.

Koordekanaal: gegraven met de hand

Beide wandelroutes in Beestenveld brengen je naar het Koordekanaal. Dit kanaal werd gegraven rond 1939 als verdedigingswerk voor de Tweede Wereldoorlog.

Spechtenbos: roffelen, hakken en krijsen

In de steeds ouder wordende bomen van Beestenveld huizen holenbroeders als bosuil en zwarte mees. Deze profiteren van de vele broedende spechten in dit gebied, die jaarlijks een nieuw hol uit hakken. Alle inheemse spechtensoorten broeden hier: niet alleen de zwarte en groene specht, maar ook de kleine, middelste en grote bonte specht. Alleen de zeldzame draaihals ontbreekt nog in dit palet, maar die is er recent wel gezien, dus wie weet wat de toekomst nog brengt. Geniet in het vroege voorjaar dan ook van het veelvuldige ‘roffelen’, ‘hakken’ en ‘krijsen’ van de vele spechten in dit gebied.

Grote variëteit aan naald- èn loofbomen

De bossen van Beestenveld bestaan uit een grote schakering aan boomsoorten. Je vindt er zowel naaldbomen als grove den, Corsicaanse den, Japanse lariks, fijnspar en Douglas. Maar ook loofbomen, waaronder zomereik, Amerikaanse eik, berk en beuk. Door deze grote variëteit beleef je telkens nieuwe doorkijkjes en andere bosbeelden. Op de bosbodem schitteren allerlei soorten mossen en varens. In het najaar wemelt het er van de paddenstoelen. Houtzwammen zoals echte tonderzwam en roodgerande houtzwam kun je er het hele jaar tegen komen.

Wil je meer weten over de rijke bosbouwhistorie van dit gebied? Neem dan een kijkje bij het Bosmuseum bij de ingang van het Beestenveld.

Over Klotterpeel

Klotten steken

Klotterpeel is vernoemd naar de turf, oftewel 'klotten' die hier vanaf de 14e eeuw werden gestoken. Het is een restant van een uitgestrekt heide- en hoogveengebied dat tot in de 19e eeuw in Noord-Brabant en Limburg aanwezig was. Vanaf 1885 zijn grote delen van de heide ontgonnen en beplant met bos voor de mijnindustrie, maar vanwege de zeer natte omstandigheden, werd de Klotterpeel hiervan gespaard.

Heikikker en salamanders

Nu is het een belangrijk leefgebied van de heikikker. In het vroege voorjaar trekt de heikikker massaal naar het ven van om zich voort te planten. Het mannetje kleurt dan kortstondig blauw om vrouwtjes te imponeren. Hoe blauwer hij is, hoe aantrekkelijker en om zijn kleur luister bij te zetten, ‘klokt’ hij er op los. De mannetjes vormen zelfs hele koren, die de vrouwtjes laten weten dat het tijd is om ook naar het water te trekken.

Ook voor andere amfibieën is het gebied een walhalla. Je vindt hier een grote populatie van de vinpootsalamander, die zijn naam dankt aan de zwemvliezen die het mannetje tussen de tenen van zijn achterpoten heeft. Deze kleinste salamander van ons land, komt alleen voor in Noord-Brabant en Limburg. Ook de alpenwatersalamander is hier te vinden. Zijn buik is feloranje, om eventuele vijanden af te schrikken. Ook groene kikker, poelkikker, gewone pad en levendbarende hagedis komen in de Klotterpeel voor.

Onder de Kruisberglaan ligt een faunapassage. Deze verbindt Klotterpeel en Beestenveld met elkaar, zodat de vele amfibieën die overwinteren in Beestenveld, in het voorjaar naar de Klotterpeel kunnen trekken om eitjes af te zetten.

Groentje en wilde gagel

Vanaf april tot en met september is de Klotterpeel op zijn mooist. Bij zonnig weer fladdert het groentje al vanaf medio april rond het ven. Deze vrij schaarse, felgroene dagvlinder zet haar eitjes af op dopheide en struikheide. Op sommige plekken rond het ven ruik je de wilde gagel. Deze struik houdt van het mineraalrijke kwelwater dat hier naar boven komt.

Begrazing

Schrik niet als u in de Klotterpeel enkele Schotse Hooglanders tegen het lijf loopt. Deze imposante dieren zorgen er voor dat de ven oevers open blijven en grasland en heide niet veranderen in bos. U kunt ze vinden rondom het ven, de omliggende bosjes of bij de grote poel, in een nabijgelegen weiland.

De heikikker kleurt in het vroege voorjaar blauw om de vrouwtjes te imponeren.