De bossen bij Staphorst zijn tussen 1930 en 1940 aangelegd door werklozen uit het westen van het land. Vanwege de economische crisis in die tijd werden zij ingezet in werkverschaffingsprojecten. Boswachterij Staphorst was vooral gericht op houtproductie.
Tegenwoordig tellen ook natuur en recreatie mee. Daarom beheren we het bos op een zo natuurlijk mogelijke manier. Daarbij streeft Staatsbosbeheer naar variatie in soort en leeftijd. Gevarieerd, natuurlijk bos is erg in trek bij dieren. Eén van die dieren is de das. Verspreid over de hele boswachterij hebben ze hun burchten gegraven.
Het bos wordt afgewisseld met vennen en heidevelden. In het noorden is nog een aantal vennen te vinden waar tot in de zestiger jaren van de 20e eeuw turf werd gewonnen. In het noordoosten ligt ‘De Vier Bergen’. Dit grote heideveld geeft een goed beeld van hoe de omgeving er ten tijde van de aanleg van het bos moet hebben uitgezien.