Nu is het land, tot 1958 was het water. Daarvoor wisselden land en water elkaar voortdurend af. Tienduizend jaar geleden kon je via het huidige IJsselmeer, dat toen nog land was, naar Engeland lopen. Waar nu de bomen van Reve-Abbert groeien, liepen toen mammoeten en wolharige neushoorns door een oerbos. Boeren uit de omgeving vinden nog steeds stobben, overblijfselen van dennen die hier toen stonden.
Van iets minder lang geleden zijn de scheepswrakken die in de bodem verborgen liggen. Op zandplaten zoals de Abbert vergingen veel schepen die handelswaar vervoerden tussen Kampen en Elburg en de landen aan de Oostzee. In heel Flevoland zijn bijna vierhonderd gevonden scheepswrakken gemarkeerd, als bakens in een drooggevallen zee.
De Reve was vroeger een riviertje, de Abbert een zandbank. Reve-Abbert van nu is een combinatie van loof- en naaldbomen. Die mix trekt tientallen vogelsoorten als havik, houtsnip, boompieper en grote en kleine bonte specht aan en meer dan vijfhonderd soorten paddenstoelen. En dat is te zien in de herfst! Het hele jaar rond kun je grazende pony's, Lakenvelder koeien en Swifter schapen in het bos tegenkomen.
De ruime open velden tussen de bomen bieden genoeg ruimte om te spelen en picknicken en er zijn genoeg paden om uitgebreid te wandelen en fietsen. Via de Hanzestrook, een groen lint van negen kilometer langs de Zwolse Tocht en de nieuwe Hanzespoorlijn, fiets je naar de dorpsbossen van Dronten.