Samen met de bossen vormen de plassen en het zand een heerlijk gevarieerd fiets- en wandelgebied. De naaldbomen maken steeds meer plaats voor loofbomen, waardoor de bossen meer vogels en insecten aantrekken.
Tot ruim zeventig jaar geleden was de omgeving van Ruinen 'woest en ledig'. Onontgonnen en vaak ontoegankelijk land met veen, zand en uitgestrekte heidevelden. Voor de mijnen in Limburg was veel hout nodig om de mijngangen te stutten. In grote delen van Drenthe werden daarom in de crisisjaren ’30 naaldbossen aangelegd: de snelgroeiende, rechte stammen van de naaldbomen waren goed op die taak berekend.
Zo ontstond ook de boswachterij Ruinen: 1.200 hectare met vooral Japanse lariksen, sparren en dennen. Een paar stukjes werden niet beplant. Bijvoorbeeld bij de Gijsselter Plassen en het Echtenerzand valt de sfeer van het woeste en ledige Drenthe van bijna een eeuw geleden nog een beetje te proeven.