Ooit was Tholen een eiland in het oosten van Zeeland. Nu is het nog altijd een uitgestrekt polderlandschap waar de zilte geur van de zee boven de weilanden hangt. Binnen de dijken is Tholen vooral landbouwgebied, buitendijks liggen uitgestrekte schorren en slikken: wadplaten die tweemaal daags door het tij worden overstroomd.
Schorren zijn hogergelegen delen die slechts af en toe onder water komen te liggen, maar waar de bodem wel flink wat zout bevat. Lamsoor en zeeaster zijn planten die daar goed op gedijen. De slikken lijken kaler, maar vergis je niet: in de bodem krioelt het van wormen, schelpdiertjes en kleine kreeftachtigen.
Geen wonder dat de vogels bij eb massaal op de slikken afkomen. De drooggevallen bodem is voor hen als een rijk gedekte tafel.