“Voorop staat dat wij onze grondstoffen, zoals hout maar ook reststromen zoals dunne takken, altijd zo hoogwaardig mogelijk willen gebruiken”, vertelt Henk. “Zodat de in bomen opgeslagen CO2 zo lang mogelijk opgeslagen blijft in het product waarin het wordt toegepast, bijvoorbeeld in een gebouw. Maar van dunne boompjes en boomtoppen kan je geen planken zagen.” Voor een deel van die laagwaardige stroom, zoals dat heet, hebben we nog geen betere bestemming dan verbranding. Dat gaat jaarlijks om zo’n 50.000 ton laagwaardige houtsnippers.
“Rond het jaar 2000 stond de energietransitie nog in de kinderschoenen. Toen was de inzet van biomassa voor opwekking van duurzame warmte logisch. Dat werd toen gezien als de eerste belangrijke stap naar meer duurzame energie. Wij zochten naar een bestemming voor dunne bomen die vrijkwamen uit de zogenaamde 1e dunningen in jonge bossen. Het hout dat hierbij geoogst werd, was onverkoopbaar, omdat het nu eenmaal moeilijk is van dunne stammen planken te zagen. Die dunningen zijn nodig om de andere bomen voldoende ruimte en licht te geven. Datzelfde geldt voor de takken en toppen die vrijkwamen bij het beheer van bijvoorbeeld lanen - voor de veiligheid - of om heide open te houden. Voor dit soort laagwaardige reststromen leek gebruik voor opwekking van warmte een oplossing. In de jaren daarna hebben we onze eerste contracten getekend met bedrijven. Er zijn bedrijven die energie, elektriciteit dus, maken van biomassa, maar dat rendement is niet heel hoog. Als je biomassa inzet voor warmte is het rendement een stuk hoger en maak je dus efficiënter gebruik van de opgeslagen CO2. Daarom ging onze voorkeur uit naar bedrijven die duurzame stadswarmte produceren. En dat is nog steeds zo zolang wij niet al onze reststromen hoogwaardiger kunnen inzetten.”
Inmiddels zijn er veel ontwikkelingen om biomassa op andere manieren te gebruiken, bijvoorbeeld houtsnippers voor isolatierplaten. Henk: “Als je biomassa niet verbrandt maar verwerkt in producten, blijft de opgeslagen CO2 uiteraard veel langer bewaard. Bovendien vervang je daarmee andere materialen, zoals bijvoorbeeld PUR of glaswol. De productie van die materialen veroorzaakt veel CO2-uitstoot én er zijn vaak fossiele grondstoffen voor nodig. Met het gebruik van biomateriaal hou je dus niet alleen langer CO2 vast, maar voorkom je ook CO2- uitstoot. Dit is dus vanuit het perspectief van het klimaat een duidelijk hoogwaardiger toepassing dan verbranden. Overigens wil ik verbranding niet als negatief afdoen. Want hoewel bij verbranding de CO2 direct vrijkomt, wordt ook voorkomen dat er fossiele CO2 aan de atmosfeer wordt toegevoegd.”
Ook de chemie wil verduurzamen door minder fossiele grondstof en meer biogrondstoffen in te zetten. Al deze ontwikkelingen verkeren nog in de aanloopfase. En dat betekent dat we nog even geduld moeten hebben om hier grotere hoeveelheden biomassa te kunnen afzetten.”
Om biomassa hoogwaardiger in te zetten heeft Staatsbosbeheer in 2019 besloten de verkoop van haardhout aan particulieren te beperken en in 2022 om geen nieuwe langlopende contracten te sluiten voor de verbranding van biomassa. “Uiteraard dienen we wel de bestaande contracten uit. Zo leveren we houtsnippers bij Vattenfall voor stadsverwarming in Lelystad. Ook leveren we biomassa in Arnhem aan Veolia voor warmte op het industriepark de Kleefse Waard. Met Stadsverwarming Purmerend hebben we in 2012 een contract gesloten voor tien jaar, met de mogelijkheid die drie keer met vijf jaar te verlengen. In 2021 hebben we besloten om dit contract in ieder geval één keer met vijf jaar te verlengen. Nu loopt het dus tot 2027. Uiterlijk in 2037 stoppen we hiermee.”
De beslissing om het contract met Stadverwarming Purmerend tot 2027 te verlengen was geen gemakkelijke. “De mening over de wenselijkheid van inzet van biomassa als brandstof is inmiddels flink gekanteld. We hebben hier toch voor gekozen omdat we nog niet voldoende afzetkanalen hebben voor nog duurzamere toepassingen. Simpel gezegd kunnen we onze biomassa nu gewoon nog niet kwijt als we het niet aan stadsverwarmingsbedrijven leveren. Als we het ergens opslaan zonder het te gebruiken, vergaat het en komt de opgeslagen CO2 ook vrij. Dat is geen oplossing. En bovendien is de energietransitie niet van de een op andere dag klaar. Nederland moet nog hard werken om alle energie duurzaam te krijgen. Als we alle bio-energie van de een op andere dag zouden stopzetten, dan halen we onze klimaatdoelen simpelweg niet. ”