Nieuws
Duurzamer bouwen? Ja graag. Maar waar moet dat extra benodigde hout vandaan komen? Niet uit de bestaande bossen, maar misschien wel uit nieuw bos? Of importeren? Of inzetten op andere duurzame materialen? Een gesprek met Hanneke van Ormondt van Urgenda, Harwil de Jonge van bouwbedrijf Heijmans en Harrie Hekhuis van Staatsbosbeheer.
Nederland heeft meer huizen nodig, maar we moeten minder CO2 uitstoten. De productie van beton stoot heel veel CO2 uit, zo’n zeven procent van de wereldwijde uitstoot. Hout is een prima alternatief, het legt zelfs CO2 vast. Het gebruik van hout in de bouw neemt dan ook toe. De verwachting klinkt dat we aan de vooravond staan van nog veel grootschaliger houtgebruik. Maar waar moet al dat hout vandaan komen? Hierover spreken Hanneke van Ormond van Urgenda, Harwil de Jonge, directeur bij Heijmans Vastgoed en Harrie Hekhuis, programma-directeur Bos & Klimaat bij Staatsbosbeheer.
We moeten minder kappen. We verkeren in een urgente crisis, de klimaatcrisis. En die crisis is nu.
Hanneke is het er mee eens dat er zeker niet méér gekapt kan worden. “Ik denk dat we minder bomen moeten kappen. We verkeren in een urgente crisis, de klimaatverandering. En die crisis is nu. We hebben iedere boom nodig, om zoveel mogelijk CO2 uit de lucht te halen. Ik begrijp natuurlijk dat kappen in bossen ook voor de biodiversiteit noodzaak is. Verjongen en uitdunnen is goed. Maar wij pleiten voor natuurvolgend kappen. Dat houdt in dat je kapt vanuit het standpunt van de natuur: alleen daar waar het goed is voor het bos. Tot voor kort werd er bij verjonging vaak twee hectare bos volledig kaal gemaakt om jonge bomen te planten Dat is nergens voor nodig. En met al dat zwaar materieel maak je ook nog eens de bodem volledig kapot. Dat is nu teruggebracht tot maximaal een halve hectare. Beter, maar nog steeds te veel. Als je natuurvolgend kapt, haal je hier en daar een boom weg en voorkom je kale vlaktes. Natuurlijk zijn overgangen in de natuur ook goed voor de biodiversiteit en daar kunnen kale vlaktes aan bijdragen, maar daarvoor hoeven ze niet een halve hectare groot te zijn.”
Hanneke vervolgt: “Maar als ik het over minder kappen heb, heb ik het niet alleen over de bossen. Ook de bomen buiten de bossen moeten we veel vaker laten staan. Nu komt het voor dat als een auto tegen een boom langs een weg botst, de hele rij bomen wordt gekapt. Voor de veiligheid, is dan het argument. Ik denk dat het nu tijd is om naar de veiligheid van de volgende generaties te denken. Als je die als uitgangspunt neemt, laat je zoveel mogelijk bomen staan.” Daarom is Urgenda ook weer de actie Meer bomen nu! gestart, waarbij ze bomen en struiken die op de ene plek moeten verdwijnen, weggeven om elders te planten.
Onze inzet is: meer bos en gezonder bos
Meer bos in Nederland is een oplossing. In de nationale bossenstrategie is afgesproken dat Nederland 37.000 hectare meer bos heeft in 2030. Staatsbosbeheer neemt daarvan 5.000 hectare voor zijn rekening. “Onze inzet is: meer bos en gezonder bos”, aldus Harrie. Ook agroforestry is het overwegen waard. Hanneke: “Nu wordt 68 procent van ons land gebruikt voor het kweken van veevoer. Daar kan je veel slimmer mee omgaan. Bijvoorbeeld door agroforestry. Bomen planten voor hout is prima. Maar het duurt wel dertig jaar voordat je er iets aan hebt. Die tijd hebben we niet. Scandinavische landen hebben veel verder vooruitgedacht, en decennia geleden al besloten dat meer bos nodig is. Wij beginnen daar nu pas voorzichtig over na te denken.”
Meer bomen hoeft niet automatisch meer bos te zijn, zegt Harwil. “Staatsbosbeheer en wij komen elkaar ook tegen in de gedachte dat woningen en meer bomen prima samengaan. Bomen in bebouwd gebied bieden diverse ecosysteemdiensten als koeling, zuurstof, opname van fijnstof en bevordering van de biodiversiteit. Wij denken aan meer bomen rondom woningen, meer bomen in stedelijk gebied.”
Harrie pleit ervoor meer in te zetten op het hergebruik van hout. “Een balk die vijftig jaar in een huis heeft gezeten, kan na een verbouwing prima bijgeschaafd worden en nog vijftig jaar meegaan. Daarna is hij goed te versnipperen om spaanplaat van te maken, die weer vijftig jaar meegaat. Nu verdwijnt zo’n balk vaak na de eerste vijftig jaar in de kachel.”
Uiteraard staan de anderen daar achter, maar Harwil ziet geen toepassing op grote schaal voor zich. “De meeste gebouwen die nu gesloopt worden, zijn kantoorgebouwen en betonnen flats en daar zit nauwelijks hout in. Initiatieven om hout uit sloop te hergebruiken, redden het om die reden vaak niet. Want vergis je niet, voor één huis heb je ongeveer tachtig bomen nodig.”
Bouwen met primaire grondstoffen, zoals beton, zou duurder moeten zijn dan bouwen met biobased materiaal
Hanneke geeft aan dat we met duurzaam bouwen niet alleen naar hout moeten kijken. “We zouden boeren ook kunnen stimuleren hennep te telen. Van hennepvezels is prima bouwmateriaal te maken waar je geen dertig jaar op hoeft te wachten. Het is dus gemakkelijker om een boterham mee te verdienen dan met agroforestry.”
Harwil vindt dat ook. “De landbouw heeft een transitie naar andere gewassen nodig. Hennep of lisdodde zijn goede voorbeelden. Hennep heeft een korte groeitijd, slaat snel CO2 op, zorgt voor een rijke bodem die goed is voor de biodiversiteit en is prima in de bouw te gebruiken. Sommige boeren zijn daartoe overgestapt, maar dat is nog op heel kleine schaal. Wel is hiervoor nodig dat CO2-besparing en CO2-opslag meegenomen worden in de kosten van materiaal. Bouwen met primaire grondstoffen zou duurder moeten zijn dan bouwen met biobased materiaal. Zo ver zijn we helaas nog niet.”
Ook Staatsbosbeheer stimuleert innovaties met biobased materiaal. Harrie: “We werken bijvoorbeeld – met onder meer Natuurmonumenten – aan een innovatie waarbij van houtsnippers en maaisel van gras en riet isolatieplaten worden gemaakt.”
Duurzamer bouwen, daar staan alle drie volmondig achter. Ook het feit dat veel van het extra gewenste hout voor de bouw niet uit de bestaande bossen kan komen, is geen discussiepunt. Meer bos in Nederland is hard nodig, maar niet direct een antwoord op de grotere houtbehoefte. Over het importeren van hout voor duurzame bouw lopen de meningen uiteen. Maar een grotere inzet op een hoogwaardige toepassing van verschillende biogrondstoffen staat voor zowel Staatsbosbeheer, als Urgenda en Heijmans als een paal boven water.
Hoeveel bos er in Nederland is en hoe gezond dat bos is wordt iedere vier jaar onderzocht in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Vorig jaar waren de resultaten van de laatste inventarisatie. De belangrijkste resultaten: de hoeveelheid bos is in de periode 2017-2021 iets afgenomen, maar het is wel gevarieerder en er zijn meer loofbomen dan naaldbomen. Lees hier meer over de resultaten.