Nieuws
Een zoetgeurende paarse zee, over kilometers uitgestrekt. De heide op de Sallandse heuvelrug is na weken van regen tot volle bloei gekomen. Het ziet er gezond uit. Maar schijn bedriegt. “Het kost ontzettend veel werk om de heide hier in stand te houden. Met name het teveel aan stikstof bedreigt dit gebied”, vertelt Staatsbosbeheer-boswachter Ine Nijveld. In september starten werkzaamheden om de heide meer ruimte te geven en zo het ecosysteem te versterken.
Hoewel augustus en september zonder twijfel de mooiste maanden zijn, is een heidelandschap veel meer dan een paarse bloemenzee. De afwisseling van zandige plekken, kruidige stukken, heideakkertjes, jeneverbesstruwelen, vennen en bos maken dit landschap tot een thuis voor bijzondere planten en dieren. “Een specifieke biodiversiteit, die we graag in stand houden. Want de planten en dieren die hier leven, hebben nog maar weinig geschikt leefgebied in Nederland over”, vertelt Ine.
Een heidelandschap is ontstaan door mensen: het werd gebruikt om schapen en koeien te laten grazen. Er werden heideplaggen gestoken om bijvoorbeeld in de potstal te gebruiken. Ook is er zand, grind en op de natte delen veen gewonnen. Honderden jaren grazen, plaggen en branden leverden een heidelandschap op vol biodiversiteit en cultuurhistorie. Met voldoende afwisseling tussen oude en jonge heide en open en bosrijke stukken om voeding en beschutting te bieden aan alle soorten.
Vanaf het pad richting het hoogste punt is de variatie in dit heidelandschap goed te zien. Veel struikheide natuurlijk, maar op lager gelegen – en dus nattere – delen ook dopheide. De jeneverbessen zitten vol met kleine donkerblauwe besjes. Hier en daar een enkele eik en verderop juist grotere groepen bomen bij elkaar. Een reebok verdwijnt met enkele sprongen in het bos. Op een zanderige plek bedekken tientallen kleine heuveltjes de bodem. Met het gaatje bovenin doen ze aan mini-vulkanen denken. zandbijen vliegen in en uit. Zandhagedissen zijn ook afhankelijk van dit soort plekken. “Zanderige plekken horen bij een heidelandschap. Daarom halen we op sommige kleine stukken regelmatig alle vegetatie weg.”
De grootste bedreiging van het heide-ecosysteem is verzuring. Ine: “Door de neerslag van stikstof is de bodem net zo zuur als schoonmaakazijn. Sinds enkele jaren strooien we hier steenmeel, dit is fijngemalen gesteente uit Scandinavië. Het steenmeel zorgt ervoor dat de bodem minder zuur wordt. Ook maken we tussen de heide hier en daar heide-akkertjes met bloemen als klavers, kamille, boekweit en dille. Deze bloemen zijn met hun nectar en stuifmeel een gedekte tafel voor veel verschillende insecten. De insecten zijn op hun beurt weer een voedselbron voor vogels, andere insecten, reptielen en amfibieën. Door het inzaaien van de akkertjes nodigen we insecten uit om naar de heide te komen.”
Inmiddels op het hoogste deel van de Sallandse heuvelrug aangekomen, kijkt Ine uit over een groot deel van het heidegebied. “Ja, het is dus nogal wat werk om deze pracht in stand te houden. Dat doen we gelukkig niet alleen. We hebben een fijn team vrijwilligers dat ons helpt en sinds dit jaar werkt ook een team van Binnenwerk mee. Hierin werken mensen met een arbeidsbeperking. Erg waardevol voor hen, voor ons én voor de heide.”
De afgelopen jaren is de heide al aan twee kanten vergroot om versnippering tegen te gaan. In september start Staatsbosbeheer samen met Natuurmonumenten in opdracht van de provincie Overijssel met de derde verbinding: bij Helhuizen aan de westkant van het gebied. Hier gaan we de grote centrale heide verbinden met voedselrijke natuurakkers. Hiermee ontstaat een ruimer en voedselrijker leefgebied voor de vogels en insecten die afhankelijk zijn van heidelandschap. Voor deze omvorming is het nodig met name naaldbomen te verwijderen. Het oppervlakte aan bos dat hiermee verdwijnt wordt elders in Overijssel weer geplant.