Nieuws
Het bomenplant-seizoen is weer gestart. Staatsbosbeheer is van plan komend seizoen voor 200 hectare nieuw bos te zorgen: ongeveer de helft daarvan wordt aangeplant, de andere helft is spontaan bos.
In de Nationale bossenstrategie is in 2020 afgesproken dat er in 2030 37.000 hectare nieuw bos moet zijn. Staatsbosbeheer wil daar 5.000 van voor zijn rekening nemen. Het tempo is een stuk trager dan gehoopt, dat heeft onder meer met de benodigde vergunningen van gemeenten te maken. Toch is het gelukt de afgelopen jaren voor ruim 1.000 hectare nieuw bos op Staatsbosbeheer-gebied te zorgen. En daar komt komend seizoen dus nog zo’n 200 hectare bij.
Op andere plekken, waar spontaan bos minder kans maakt of te lang op zich laat wachten, gaat Staatsbosbeheer de komende maanden bomen planten. Hoewel het plantseizoen van half november tot half maart loopt, gaan de meeste bomen pas vanaf eind december de grond in. Tiemen: “Dat komt omdat we de jonge boompjes bij de kweker pas uit de grond halen, als ze volledig in winterrust zijn. Dat is de beste periode om ze te verplaatsen. Als je dat te vroeg of te laat doet, zijn ze een stuk kwetsbaarder en is de kans groot dat ze het niet redden. Omdat de warme zomertemperaturen tegenwoordig lang aanhouden en ook de temperatuur in de herfst vrij hoog blijft, duurt het langer voordat de bomen al hun bladeren hebben verloren en in rust komen. Tegelijkertijd wordt het in de lente steeds vroeger warmer, waardoor er slechts een vrij korte periode is dat we kunnen planten.”
En dan moet het in die periode niet te nat zijn of te hard vriezen. “Wij zijn nu dus vooral hard aan het werk om de bodem voor te bewerken en om ervoor te zorgen dat de aannemers die ons helpen klaar staan. Zodat we – zodra de omstandigheden gunstig zijn – met volle kracht kunnen planten. We staan in de startblokken,” zegt Tiemen.
Om de grond geschikter te maken voor het aanslaan van de jonge boompjes is afgelopen zomer sorghum ingezaaid. Dit diepwortelende gewas zorgt voor een betere bodemstructuur en bevordert het bodemleven. Het maakt de bodem luchtiger waardoor de nieuwe bomen makkelijker kunnen wortelen. Begin volgend jaar gaan we hier inheemse loofboomsoorten planten, zoals zwarte els, grijze/grauwe els, fladderiep, zachte berk, zoete kers, esdoorn en zomereik. Zo ontstaat een zo gevarieerd mogelijk natuurbos dat toekomstbestendig is en bijdraagt aan de biodiversiteit.”
Per hectare gaan er zo’n 4.000 jonge boompjes de grond in. “Daarvan wordt ongeveer één op de twintig uiteindelijke echt volwassen. We planten er zoveel om ervoor te zorgen dat de bomen die het uiteindelijk redden sterke bomen zijn die tegen een stootje kunnen.” Bouwbedrijf Heijmans heeft hiervoor 16.000 bomen gefinancierd.
Zo staat Staatsbosbeheer weer in de startblokken om in tientallen gebieden door heel Nederland nieuw bos te planten. En ondertussen gaan Tiemen en zijn collega’s door om nieuwe plekken te zoeken en de vergunningen te regelen om Nederland stapje voor stapje bosrijker te maken.