Direct grenzend aan de oude binnenstad van Den Bosch ligt aan de zuidzijde, het Bossche Broek, onderdeel van Groene Woud. Van oudsher een vochtig en moerassig gebied. Wandelend door het Bossche Broek waan je je weer even terug in de tijd. Want op deze unieke plek grenst het buitengebied direct aan de binnenstad. Vanuit de hooilanden rijzen de oude stadsmuren op. Rietlanden, wilgenstruwelen en bloemrijke graslanden vormen een kleurrijk mozaïek. Op de velden leven vogels zoals grutto, graspieper, bruine kiekendief en grazen reeën. In de vroege zomer kleuren de velden roze van de echte koekoeksbloem en in de slootjes bloeit de waterviolier.
Al lopend door de hooilanden kun je de oude muren van Den Bosch zien liggen. Je kunt je voorstellen dat soldaten de stad de ‘onoverwinnelijke moerasdraak’ noemden. Met al dat moeras was er geen doorkomen aan. Dat drassige en ontoegankelijke gebied heeft ertoe geleid dat er veel bijzondere planten en dieren voorkomen. De grote modderkruiper bijvoorbeeld. Hij leeft graag in water met een dikke modderlaag. Zo’n 30 jaar geleden was deze vis zeldzaam. Door het herstel van zijn leefgebied zien we gelukkig steeds meer modderkruipers terug.
Tot 1629 was het Bossche Broek een moeras. Handig, want in tijden van oorlog vormde het gebied een natuurlijke verdediging voor de stad 's-Hertogenbosch. Hierdoor slaagden verschillende belegeraars er niet in om de stad in te nemen. Den Bosch kreeg daarom de bijnaam "de onoverwinnelijke moerasdraak". In opdracht van prins Frederik Hendrik van Oranje werd het moeras voor het beleg van 1629 leeggepompt. Zo konden de Staatse soldaten de Bossche zuidwal bestormen en de stad innemen.
Een kenmerk van het Bossche Broek zijn de natte graslanden. Deze graslanden zijn deels in gebruik als weiland en deels in gebruik als hooiland. Door de rietlanden, sloten, wilgenstruwelen en de vele bloemen lijkt het landschap een kleurrijk mozaïek.
De plantensoorten zijn typisch voor dit milieu, zoals de echte koekoeksbloem, grote ratelaar, kale jonker en watergentiaan. In de sloten bloeit de waterviolier. In dit soort drassige milieus komen, naast veel weidevogels, ook moeras- en watervogels voor. Denk aan kievit, grutto en watersnip, maar ook rietgors, sprinkhaanrietzanger en nonnetje. Bijzondere soorten zijn verder het pimpernelblauwtje en de grote modderkruiper.
In 1995 brak de dijk van de Dommel door en stroomde er een grote hoeveelheid water Het Bossche Broek in. Om dit in de toekomst te voorkomen, is besloten om van het gebied een overloopgebied te maken. In 2006 is het gebied heringericht met onder meer verhoogde en versterkte dijken en een zogenaamd 'inlaatwerk' waarmee water gecontroleerd in het gebied kan stromen indien dat nodig is.
Een deel van het beheer van de graslanden is op verschraling gericht. Daarnaast zijn we met verschillende projecten gestart in het kader van natuurherstel. Dat betekent onder meer dat sloten zijn verdiept en verbreed worden en dat het waterpeil wordt verhoogd. Lees meer hierover bij Werk in uitvoering - natuurherstel Bossche Broek.