De Hoeksche Waard is een samenvoeging van een groot aantal oude polders. De Sint Elisabethvloed van 1421 veegde de meeste polders volledig van de kaart. Het Oudeland van Strijen werd als eerste in 1437 weer drooggelegd; daarna volgden de overige polders. Pas toen sprak men van de Hoeksche Waard.
De kronkelende kreken in het open en weidse landschap zijn rijk aan natuur, met een grote variatie aan planten en dieren. Langs de oevers van het Groote Gat en de Drom groeien ratelaar, kale jonker en verschillende soorten orchideeën. Deze kreekgebieden zijn niet toegankelijk, maar wel goed te zien vanaf de dijk. Vanuit een vogelkijkhut kun je de weidevogels in het Groote Gat observeren. Bij het Zuid-Beijerlandse bos hoor je langs de Borrekeen en het Kleine Gat vogels die zich schuilhouden in het riet, zoals de kleine karekiet. Langs de Middelvliet bij ‘s-Gravendeel loopt een wandelpad en heb je mooi uitzicht vanaf een vogelkijkscherm. Vlakbij Goidschalxoord vind je bij de Vlietmonding de rietorchis, een orchideeënsoort die graag in kreken groeit.
Langs de Oude Maas ligt de Geertruida Agathapolder en vanaf de randen heb je zicht over het gebied. Ernaast ligt Kuipersveer, waar een korte wandelroute je langs de mooiste plekken loodst van dit stukje zoetwatergetijdennatuur. Vanaf het wandelpad naar het Barendrechtse Bruggenhoofd heb je een fenomenaal uitzicht over de Oude Maas. Op deze historische plek lag vroeger de Barendrechtse brug, die tussen tussen 1888 en 1969 de Hoeksche Waard met IJsselmonde verbond. De brug is in 1969 vervangen door de Heinenoordtunnel.
Het getij en tijdelijk hoog water zorgen voor een geschikt leefmilieu voor spindotter, zomerklokje, bittere veldkers; soorten die elders in Nederland nauwelijks voorkomen. Of voor de Noordse woelmuis die alleen in Nederland voorkomt.
Ook langs andere delen van de Oude Maas kun je genieten van de natuur, bijvoorbeeld in de Vlietmonding, Zomerlanden Gorzenbosch en Groot Koninkrijk. Deze gebieden zijn goed per fiets bereikbaar en bieden een panorama aan wilgenbossen, grienden en rietoevers.
Tussen 1974 en 1995 is bos aangeplant bij Piershil (Piershilse bos), Zuid-Beijerland (Zuid-Beijerlandse bos), Numansdorp (Numansdorpse bos), Strijen (Moricaanse bos) en ’s-Gravendeel (Trekdambos en Mijlbos). Hierdoor zijn bosvogels als groene specht, grote bonte specht en gaai een talrijker geworden. Combineer een wandeling door het Zuid-Beijerlandse bos met een bezoek aan het naastgelegen de Borrekeen. Loop door het bos en langs de oevers van het water. Ook kun je bij het nabijgelegen Groote Gat turen naar reeën, hazen en ijsvogels.
Het Oudeland van Strijen is een weidevogelgebied waar het in het voorjaar wemelt van grutto’s, tureluurs en kieviten. Langs de Keen hoor je de vrolijke zang van de blauwborst en heb je kans op een ontmoeting met de roerdomp. In de winter verblijven er duizenden brandganzen, kolganzen en smienten en heb je bij het oude Gemaal kans een blauwe kiekendief over te zien vliegen.
Langs de Keen vind je dichte rietkragen waarin vele verschillende rietvogels hun thuis vinden. Deze brede poldersloot volgt vanuit de Binnenbedijkte Maas zijn weg dwars door het Oudeland van Strijen en mondt uit in het Hollands Diep. Combineer je wandeling langs de Keen met een bezoekje aan het Zwanegat, een buitendijks polderlandschap langs de Binnenbedijkte Maas en de Zwanegatsedijk.
Aan de noordelijke kant van het Oudeland van Strijen ligt het IJsvogelpad. Met een beetje geluk zie je de ijsvogel langs de oevers flitsen. Het pad begint aan de Ritselaarsdijk en sluit aan op nabijgelegen natuurgebieden zoals de Binnenbedijkte Maas.
Door de huidige waterhuishouding wordt het water in de grond niet goed vastgehouden. De hoeveelheid water in een gebied is van belang voor weidevogels als dekievit, grutto, tureluur, slobeend en de scholekster. Staatsbosbeheer herstelt daarom de waterhuishouding, zodat deze jaarrond optimaal is. Dit doen we samen met Waterschap Hollandse Delta, Provincie Zuid-Holland en CCHW (Coöperatie Collectief Hoeksche Waard). Het duurt nog even voordat dit afgerond is, maar in de tussentijd is er een andere oplossing. Met pompen op zonne-energie wordt water vanuit de sloot op het weiland gepompt om zo plas-drasgebieden geschikt te houden voor weidevogels.
In het zuidoosten van de Hoeksche Waard, van Numansdorp tot Strijensas, strekt zich een zoetwatergebied uit: Oeverlanden Hollands Diep. Hier vind je verruigde rietlanden, open water, geulen en kreken, buitendijkse natuur en wilgenbossen. En een zeldzaam verschijnsel: eb en vloed met zoet water, terwijl dit normaal gesproken alleen gebeurt aan de kust met zout water. Lees hier meer over de Oeverlanden Hollands Diep en Oosterse Bekade Gorzen.