Terug

Nieuws

Het belang van vegetatiebeheer bij natuurherstel

  • 01 oktober 2024
  • Stikstof
  • Leestijd 3 minuten

De Oostelijke Vechtplassen zijn erg gevoelig voor stikstof en verdroging. Hoe kunnen we deze gebieden versterken én uitbreiden? Door eerst een watersysteem te maken dat optimaal werkt voor de natuur, en vervolgens vol in te zetten op vegetatiebeheer. Dat lukte, dankzij extra geld vanuit het Rijk. De eerste resultaten voor de natuur zijn zeer gunstig.

In de Oostelijke vechtplassen is het watersysteem aangepakt

Hydrologisch systeemherstel

Staatsbosbeheer-boswachter Klaas-Jan van der Linden: “In het Utrechtse Natura 2000-gebied Oostelijke Vechtplassen hebben we maatregelen uitgevoerd om de stikstofgevoelige habitattypen trilveen, veenmosrietland en blauwgrasland te verbeteren en uit te breiden. Met bijvoorbeeld hydrologisch systeemherstel. Bij deze herinrichting zijn onder andere moerasbos en bomen langs waterkanten verwijderd en sloten ondieper gemaakt. Het kwelwater siepelt nu weer over een breed front langzaam naar de Vecht. Na zo’n forse ingreep ontstaat een overgangsfase; de natuur moet als het ware weer op gang komen. Er is dan extra vegetatiebeheer nodig, waarvoor we budget konden inzetten vanuit het programma voor versneld natuurherstel (rapport).“

Houtresten in de bodem

Klaas-Jan vertelt verder: “Moerasbos is het eindstadium van verlanding. In de Oostelijke Vechtplassen komt trilveenvorming via natuurlijke verlanding traag op gang, terwijl trilveen momenteel juist sterk bedreigd is. Daarom is in een tweede herstelspoor moerasbos teruggezet in de successie, in de hoop dat er trilveen/veenmosrietlanden ontstaan. Nadat de bomen met wortel en al zijn weggehaald, blijft een venige bodem over. Daarin zitten altijd wortelresten en je moet de ongewenste vegetatie die opkomt maaien. Bij de reguliere beheersubsidies die de provincie Utrecht verstrekt is het uitgangspunt dat een landschap en habitattype al helemaal af zijn en je alleen hoeft te maaien om ze in stand te houden. In een gebied als dit, waarvan de bodem overhoop is gehaald, krijg je een explosie aan plantengroei. De stortkosten nemen dan enorm toe en je moet maaien op nat terrein dat nog bijna geen draagkracht heeft. Houtresten die uit de bodem omhoogkomen, kun je ook niet meer met een kraan verwijderen. Dat betekent takken en stronken frezen en handmatig wegtrekken. Als je dit niet grondig aanpakt, doe je de effecten van de herinrichting grotendeels teniet.”

Hoewel de aannemer netjes had gewerkt bij het verwijderen van moerasbos, kwam daarna meer hout tevoorschijn dan gedacht. Ook het maaien kostte extra tijd en geld. Klaas-Jan: “De messen van machines die geschikt zijn voor maaien op een instabiele bodem lopen vast zodra ze op hout stuiten dat dikker is dan een duimbreedte. De aannemer moest om de haverklap stoppen om houtresten weg te halen, waardoor hij geen meters kon maken. Inmiddels is het terrein zo schoon dat dat wel lukt.”

We zijn heel blij met het eindresultaat. Je ziet dat de vegetatie in het gebied ijler wordt en de rust terugkeert in de bodem.
Boswachter Klaas-Jan van der Linden

Trilveen in alle stadia

“We zijn heel blij met het eindresultaat. Je ziet dat de vegetatie in het gebied ijler wordt en de rust terugkeert in de bodem. In plaats van brede lisdodde – een soort die snel opschiet op geroerde bodems – vormen zich mossen en groeit er riet. Precies wat we willen om vogels, insecten en zoogdieren die thuishoren in veenlandschap gunstige leefomstandigheden te bieden. Uiteindelijk willen we alle stadia in de laagveenverlanding en de ontwikkeling van trilveen in dit gebied hebben, samen met onze collega’s van Natuurmonumenten. Want dit is een type landschap dat, behalve in de laagveenmoerassen van noordwest Overijssel, bijna nergens in Europa voorkomt en superrijk aan soorten is.”

Meer over dit onderwerp