Nieuws
De Oostelijke Vechtplassen zijn erg gevoelig voor stikstof en verdroging. Hoe kunnen we deze gebieden versterken én uitbreiden? Door eerst een watersysteem te maken dat optimaal werkt voor de natuur, en vervolgens vol in te zetten op vegetatiebeheer. Dat lukte, dankzij extra geld vanuit het Rijk. De eerste resultaten voor de natuur zijn zeer gunstig.
Staatsbosbeheer-boswachter Klaas-Jan van der Linden: “In het Utrechtse Natura 2000-gebied Oostelijke Vechtplassen hebben we maatregelen uitgevoerd om de stikstofgevoelige habitattypen trilveen, veenmosrietland en blauwgrasland te verbeteren en uit te breiden. Met bijvoorbeeld hydrologisch systeemherstel. Bij deze herinrichting zijn onder andere moerasbos en bomen langs waterkanten verwijderd en sloten ondieper gemaakt. Het kwelwater siepelt nu weer over een breed front langzaam naar de Vecht. Na zo’n forse ingreep ontstaat een overgangsfase; de natuur moet als het ware weer op gang komen. Er is dan extra vegetatiebeheer nodig, waarvoor we budget konden inzetten vanuit het programma voor versneld natuurherstel (rapport).“
We zijn heel blij met het eindresultaat. Je ziet dat de vegetatie in het gebied ijler wordt en de rust terugkeert in de bodem.
“We zijn heel blij met het eindresultaat. Je ziet dat de vegetatie in het gebied ijler wordt en de rust terugkeert in de bodem. In plaats van brede lisdodde – een soort die snel opschiet op geroerde bodems – vormen zich mossen en groeit er riet. Precies wat we willen om vogels, insecten en zoogdieren die thuishoren in veenlandschap gunstige leefomstandigheden te bieden. Uiteindelijk willen we alle stadia in de laagveenverlanding en de ontwikkeling van trilveen in dit gebied hebben, samen met onze collega’s van Natuurmonumenten. Want dit is een type landschap dat, behalve in de laagveenmoerassen van noordwest Overijssel, bijna nergens in Europa voorkomt en superrijk aan soorten is.”